De EU & China: Systeem Rivaliteit_II

Poster: 中国梦 , Zhongguo meng, ‘De Chinese Droom’, 2015, Designer unknown, Publisher: Wang Xin (王鑫) . Op de afbeelding: de onbewoonde Diaoyu/Senkaku eilanden, (钓鱼岛/尖閣諸島), waarvan het bezit hevig wordt betwist tussen China en Japan, alsmede China’s 1ste vliegdekschip, de Liaoning (辽宁舰). https://chineseposters.net/posters/e37-724 © No copyright infringement intended. All rights belong to their respective copyright owners

3 September 2022_Zoals beschreven in Deel I https://www.mijngroeve.nl/nl/geschiedenis/de-eu-china-systeem-rivaliteit_i/, is de liberaal-democratische internationale orde (LDIO) voor de CCP slechts een middel om haar droom, de “grote heropstanding van de Chinese natie”, te verwezenlijken. De Partij heeft de LDIO, de open markt en de liberale democratie nooit echt omarmd als haar einddoel of eindbestemming. De CCP onder Xi Jinping heeft zelfs van economie en handel een ‘zero sum game’ gemaakt. De multilaterale wereldorde die China propageert is slechts een orde die economisch, technologisch en regelgevend wordt gedomineerd door Beijing. Bovendien wordt de westerse democratie gezien als een existentiële bedreiging voor het voortbestaan van de Partij en de digitale dictatuur van Xi.

De LDIO gaat uit van internationale samenwerking via multilaterale instellingen (zoals de VN, WTO & IMF) en is gebaseerd op menselijke gelijkheid (vrijheid, de rechtsstaat en mensenrechten), open markten, veiligheidssamenwerking, bevordering van liberale democratie en monetaire samenwerking. Deze orde werd gecreëerd in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog, grotendeels gedreven door de VS. Een van de sterke punten van de LDIO is het vermogen om nieuwkomers te integreren, inclusief verslagen of opkomende machten, denk aan Duitsland en Japan na de Tweede Wereldoorlog of Singapore, Taiwan en Zuid-Korea in de jaren ’70, of Oost-Europa na de ondergang van de Sovjet-Unie.

Het communistische China is uitgegroeid tot het meest problematische voorbeeld van de integratie van een industriële laatkomer in de liberale internationale economie. De toetreding van de VRC tot de WTO in 2001 katapulteerde het land naar een fenomenale economische groei, waarbij een groot deel van de bevolking uit de armoede werd verheven en buitenlandse ondernemingen een nieuwe productiebasis en het vooruitzicht op een enorme markt verkregen. De LDIO is met andere woorden niet statisch. Ze kan worden aangepast, uitgebreid, ondermijnd of versterkt. Ze kan zelfs herstellen van ernstige crises.

Enige concurrentie en onenigheid tussen landen en naties is normaal onder de LDIO. Maar naarmate het gewicht van de VRC in de wereldeconomie is toegenomen, zijn er ernstige spanningen ontstaan tussen haar eigen economische beleid en de principes en normen van de LDIO, waarvan ze een steeds groter deel is gaan uitmaken. Simpel gesteld kunnen er tegenwoordig twee duidelijk verschillende vormen van kapitalisme worden onderscheiden. De oudere ‘liberale meritocratische’, gebaseerd op marktgerichte economie met democratische politiek. En de tweede, nieuwere vorm van ‘door de staat geleide politiek- of autoritair kapitalisme’, geïllustreerd en gepromoot door Xi’s China. Beijing wil zijn eigen economische en technologische kracht versnellen door selectieve betrokkenheid bij de wereldeconomie, geheel op eigen voorwaarden. De droom van een ‘gelijk speelveld’ in zaken en handel die het Westen zolang heeft gekoesterd, wordt niet gedeeld door Xi en zijn kameraden.

China is het enige land met zowel de intentie om de internationale orde te hervormen als ook, in toenemende mate, de economische, diplomatieke, militaire en technologische macht en middelen om dit te bereiken. Hierdoor zijn we in een -waarschijnlijk- lange periode van ‘systeem rivaliteit’ beland: de competitie om te zien welke politieke orde zich beter kan aanpassen aan de veranderende (internationale) omstandigheden. Zal het de alles behalve perfecte liberaal-democratische orde zijn met zijn delicate systeem van checks & balances? Of China’s leninistische/neo-totalitaire centralisme, ondersteund door het “onfeilbare” leiderschap van de CCP? Als de laatste benadering gangbaar en de norm zou worden, zou de LDIO een kantelpunt kunnen bereiken, waarbij het oorspronkelijke systeem zo in de war wordt geschopt dat het een andere richting inslaat, gebaseerd op een compleet andere reeks waarden en regels. Kortom, de VRC onder Xi vormt een ernstig gevaar voor de LDIO zoals wij die kennen.

China vormt een uitdaging voor Europa’s economische levensvatbaarheid op lange termijn, alsmede voor zijn politieke vrijheid om internationaal te acteren, voor zijn waarden en belangen en, uiteindelijk, voor zijn veiligheid. Dit is niet alleen een directe uitdaging, maar ook een die voortkomt uit de systemische impact van China op het internationale systeem zelf. Hoewel de concurrentie tussen de twee verschillende bestuursmodellen – in tegenstelling tot de Koude Oorlog van de vorige eeuw – misschien niet gepaard gaat met pogingen van beide kanten om het eigen model op grote schaal elders te implanteren, omvat het ondertussen wel tal van Chinese activiteiten om de democratische bestuursaanpak te ondermijnen via een doordachte strategie van inmenging, propaganda, soft power, dwang, intimidatie en subversie.

Deze ‘China-uitdaging’ is in veel opzichten uiterst complex geworden, niet in de laatste plaats vanwege de technologisch-geopolitieke opkomst en economische macht van de VRC, de militair-civiele fusie van haar defensie-industrie, haar militair-technologische spionagenetwerk en haar regionale en wereldwijde doelstellingen en ambities.

Hoewel de democratische wereld (de loop van) het binnenlandse beleid, gebeurtenissen en ontwikkelingen in de VRC niet kan bepalen, kan en moet ze snel actie ondernemen om de aanhoudende ondermijning van de LDIO en de daaraan gerelateerde waarden door Beijing tegen te gaan. In de relatie met China kan het voor Europa niet meer business as usual zijn, die ‘goeie oude’ tijd van de ‘wandel durch handel’ moet heel snel volledig achter ons worden gelaten. Concrete acties om de stroom van westers kapitaal en technologie naar het militair-industriële complex van China te reguleren dan wel ontmoedigen of belemmeren, ontbreken vandaag de dag echter nog grotendeels.

Serieuze EU-actie is vereist om de Europese bevolking, economie en algemene veiligheid te beschermen. Het betekent geen volledige ontkoppeling van China, maar een meer evenwichtige en realistische benadering in de relatie met deze nieuwe reus. Alle banden moeten – bovenal – worden beschouwd en beoordeeld door de lens van deze systeem rivaliteit, wat de CCP al die tijd al heeft gedaan.

In dit verband stelt mijngroeve.nl de volgende mogelijke acties voor Europa/de EU voor

Verminder strategische afhankelijkheden en kwetsbaarheden

  1. De EU moet aansluiting zoeken bij de VS en andere democratieën (Japan, Korea!) om te komen tot een gemeenschappelijke definitie van wat problematisch is in de economische praktijken van China, bijv. m.b.t. het Chinese subsidiebeleid. Dit is cruciaal om in multilateralorganisaties zoals de WTO en de VN te communiceren waarom deze gecombineerde inspanningen geen onderdeel zijn van een anti-PRC-kruistocht, maar gerechtvaardigde zelfverdediging tegen extreem schadelijke en oneerlijke Chinese praktijken. Zo’n gemeenschappelijke definitie en gecombineerde inspanning zou het voor de Volksrepubliek China moeilijk kunnen maken om haar respons telkens te framen in de welbekende riedel van het ‘arrogante, neo-koloniale Westen tegen het onschuldige China’. In plaats van te streven naar een eigen handelsovereenkomst met Beijing in de hoop oneerlijke Chinese praktijken te omzeilen of te verminderen, moet de EU eerst tot overeenstemming komen met haar bondgenoten en haar eigen benadering tegenover de VRC zoveel mogelijk harmoniseren met de VS, Japan, Zuid-Korea en Australië. Last but not least moet economische dwang door China tegen individuele EU-lidstaten resoluut worden bestreden. EU-lidstaten en -leiders moeten het zo snel mogelijk eens worden over een gemeenschappelijke definitie van economische dwang en niet weifelen om waar nodig het door de Europese Commissie voorgestelde ‘anti-coercion instrument’ in te zetten
  2. Elke toekomstige economische overeenkomst met de VRC moet op zijn minst gebaseerd zijn op het wederkerigheidsbeginsel. De EU moet ook regels handhaven die de opschorting mogelijk maken van service-contracten met ondernemingen uit China (en andere landen) die weigeren wederzijdse markttoegang te verlenen of internationale sociale, arbeids- en milieuverdragen na te volgen
  3. Er zou bij voorkeur geen of slechts een zeer beperkte toekomstige rol van Chinese bedrijven in kritieke Europese infrastructuur of strategische industrieën mogen zijn, om te voorkomen dat Beijing zijn macht over het Europese systeem van openbare werken of sleutelindustrieën kan uitbuiten of die zelfs kan platleggen. Als reeds bestaande Chinese deelname als een veiligheidsrisico wordt beoordeeld, moet een uitfaseringstraject worden opgelegd: alle EU-lidstaten zouden bijv. Huawei voor een specifieke einddatum uit hun 4G/5G-telecomnetwerken dienen te verwijderen
  4. de EU moet helpen bij het coördineren en versnellen van de inspanningen van Europese bedrijven om investeringen en toeleveringsketens te diversifiëren in kwetsbare, strategische industrieën/produkten die de afgelopen 2-3 jaar zijn geïdentificeerd (elektronica, chemicaliën, mineralen/metalen en farmaceutisch/medische producten). Het zou de CCP misschien doen helpen beseffen dat de wereld (nog) niet om China draait. Er moet meer Europese samenwerking en afstemming worden gezocht met gelijkgestemde landen over de hele wereld, evenals met opkomende landen als India en Brazilië. De EU zou bijv. toenadering kunnen zoeken tot de door de VS geïnitieerde Chip 4-alliantie (VS,TW,JP,KOR) die streeft naar veiligere toeleveringsketens voor halfgeleiders of zich kunnen pogen aan te sluiten bij het QUAD-initiatief (IND, AU, VS, JP) om tot een nauwere samenwerking te komen wat betreft de leveringen van zeldzame metalen
  5. De EU moet een verbod opleggen op de invoer van producten die door dwangarbeid zijn gemaakt en er voor zorgen dat Europese bedrijven dit verbod naleven: de EU, de VS, Japan en andere gelijkgestemde landen moeten samenwerken om dergelijke goederen beter te kunnen volgen en traceren en om die internationale bedrijven die zich niet houden aan de internationaal aanvaarde gedragscodes omtrent arbeids- en mensenrechtennormen zoals vastgelegd in de conventies van de ILO en de VN te bestraffen
  6. de EU moet een kader voor de screening van inkomende investeringen opzetten en handhaven met criteria die in heel Europa moeten gelden, met name voor investeringen die gericht zijn op kritieke infrastructuur of strategische industrieën. Er moet een identificatie-plicht komen voor personen die offshore-entiteiten bezitten/beheren die in de EU investeren
  7. in het universitaire onderwijs en op het vlak van R&D moet er een pan-Europees screeningproces/kader komen ter beoordeling van wetenschappelijke en technologische uitwisselingsprogramma’s om ongewenste technologieverwerving door derden te voorkomen. Ook zal moeten worden bekeken en besloten of studenten/onderzoekers uit autocratische, niet-vrije landen zoals China (soms) beter kunnen worden uitgesloten van bepaalde R&D-gebieden die verband houden met bijv. halfgeleiders, quantum computing en A.I., fotonica en lucht-en ruimtevaarttechniek om redenen van nationale veiligheid en of er nieuwe ‘landenneutrale’ wetgeving nodig is om dit mogelijk te maken. Hetzelfde screeningmechanisme zou door alle lidstaten moeten worden geïmplementeerd, terwijl informatie en conclusies moeten worden uitgewisseld tussen autoriteiten en academische organisaties en tussen lidstaten. De deur voor academische uitwisselingen met de VRC zou in ieder geval open kunnen blijven voor niet-gevoelige R&D of studies, om een netwerk met/binnen China in leven te houden en om in contact te blijven met potentiële krachten voor verandering binnen de VRC. Elk academisch uitwisselings- of R&D programma zou sowieso ook gebaseerd moeten zijn op het principe van wederkerigheid.
  8. De EU moet (hoge) EU-politici ontmoedigen om te gaan werken voor of namens Chinese bedrijven. De EU moet ook lobbyisten (in Brussel) die namens de VRC of andere autocratische regimes werken formeel laten registreren
  9. De EU moet een strikt exportcontroleregime voor opkomende gevoelige en dual use-technologieën, IC’s/producten en knowhow definiëren en invoeren, in nauwe afstemming met de VS, Japan, Zuid-Korea, Australië en Taiwan. Misschien moet er een nieuw internationaal orgaan worden opgericht om te zorgen voor de implementatie van zo’n nieuw exportcontroleregime
  10. De EU en gelijkgestemde landen moeten overleggen, evalueren en beslissen of er ook een raamwerk voor de screening van uitgaande investeringen in de richting van de VRC moet worden geïmplementeerd. Er moeten regels worden opgesteld om gedwongen of ongewenste technologieoverdrachten via Chinees-Europese joint ventures te blokkeren.

Verenigd geopolitiek optreden

  1. Als de EU geopolitieke impact wil hebben, moet ze eensgezind zijn in haar internationale reactie. Dit vereist dat in het buitenlands beleid besluiten niet langer gebaseerd moeten zijn op unanimiteit, maar op gekwalificeerde meerderheid van stemmen, om te voorkomen dat afzonderlijke landen zoals Hongarije of Griekenland belangrijke beslissingen op het gebied van buitenlandse politiek, waaronder sancties, blokkeren
  2. De EU, de VS en Japan dienen hun individuele initiatieven (bijv. het Global Gateway-plan van de EU, Indo-Pacific-strategieën, de G7 ‘Build Back Better World’) beter af te stemmen op de wereldwijde Chinese programma’s, zoals Belt & Road en het onlangs gelanceerde Global Development Initiative. Idealiter zou er uit de democratische wereld één overkoepelend, zeer zichtbaar initiatief moeten komen gericht op het zuidelijk halfrond (Afrika, Zuidoost-Azië en Latijns-Amerika), verenigd onder één paraplu, naam of organisatie. Nobele aankondigingen moeten snel worden gevolgd door concrete actie en daden om alternatieve groeibronnen te ontwikkelen en de vraag te stimuleren en om bijv. barrières binnen de Europese interne markt te verminderen om tegenwicht te bieden aan het groeiende Chinees protectionisme
  3. De EU en de VS en gelijkgezinde landen zouden veel meer gecoördineerde inspanningen moeten leveren om steun te verwerven in de VN en multilaterale organisaties (zoals standaardisatie-instellingen), inclusief het vormen van flexibele allianties met andere landen om de groeiende invloed en regionale claims van China tegen te gaan (bijv. Chinese Zee). De op sterven na dood zijnde WTO moet nieuw leven worden ingeblazen.
  4. De EU moet voorkomen dat een assertievere houding ten opzichte van het communistische regime in China uitgroeit tot sinofobie in Europa. Nationale regeringen dienen de Chinese (sprekende) gemeenschap op het continent te betrekken en op de hoogte te houden in hun communicatie en de Chinese regering duidelijk te onderscheiden van het Chinese volk. De EU moet de propaganda die door de Chinese staatsmedia via de Europese ether of sociale media wordt verspreid, veel krachtiger bestrijden. De EU zou bijv samen kunnen werken met Taiwan en een Taiwanese nieuwszender in heel Europa kunnen oprichten om de Chinees-sprekende gemeenschap te voorzien van een alternatieve, democratische bron van informatie. De beschikbare, geschreven Chinese media zouden niet langer gedomineerd moeten worden door louter publicaties goedgekeurd vanuit de VRC. De EU zou de culturele betrekkingen met Taiwan kunnen uitbreiden en de oprichting van Taiwanese culturele centra in heel Europa kunnen steunen als tegenwicht voor de Confucius-instituten die door de VRC worden bekostigd. Het Taiwan/One China-beleid van de EU moet zoveel mogelijk worden geharmoniseerd met de VS, Japan en Australië en de soevereiniteitsclaims van China over het eiland dienen resoluut en publiekelijk te worden afgewezen in alle internationale fora
  5. De EU zou moeten overgaan tot gerichte sancties tegen individuele leiders in Hongkong, zoals ex-gouverneur Carrie Lam en haar opvolger John Lee, die actief hebben bijgedragen aan de totale ondergang van de vrijheden in de stad, in strijd met het gezamelijke Chinees-Britse akkoord
  6. De EU moet zich voorbereiden op een escalatietraject mocht de VRC besluiten Rusland militair te steunen in de oorlog in Oekraïne of de Europese valuta- en financiële markten of andere manieren in te zetten om Poetin te helpen sancties tegen Rusland te omzeilen. Een dergelijk escalatiepad is ook nodig met het oog op de steeds agressievere houding van China ten opzichte van Taiwan
  7. Gezien de Amerikaanse militaire prioriteiten in Azië, zullen toekomstige Amerikaanse militaire bijdragen aan Europa waarschijnlijk veel beperkter zijn dan die van vandaag. Europa heeft enorm geprofiteerd van de Amerikaanse inspanningen ter voorkoming van de dominantie van Azië door communistisch China, bijv. door de vrijheid van de zeeën te garanderen, de LDIO te verdedigen en verschillende landen (en hun nationale soevereiniteit) in die regio te beschermen. De toekomstige aanpak die waarschijnlijk het beste zal werken, is om de VS zich te laten concentreren op China in Azië en op de handhaving van de stabiliteit in de Indo-Pacific, terwijl Amerika zich tegelijktertijd blijft committeren aan de NAVO mits Europa veel grotere inspanningen zal leveren ter zelfverdediging. De Europese leden van de NAVO zouden een grotere verantwoordelijkheid op zich moeten nemen voor het aanleveren van de meerderheid van de toekomstige conventionele strijdkrachten van het bondgenootschap. De Europese bondgenoten dienen snel die strijdkrachten te ontwikkelen, gereedmaken en huisvesten die nodig zijn om een ​​Russische invasie van een NAVO-bondgenoot af te schrikken.

Hierboven staan slechts een aantal suggesties om tegenwicht te bieden aan de acties en het gedrag van de VRC, deze lijst is zeker niet volledig. Afgezien van deze meer ‘defensieve maatregelen’ zal Europa zelf een tandje moeten bijzetten in zijn eigen ontwikkeling: meer innovatie en slimme inzet van zijn kennis, creativiteit en expertise zullen nodig nodig zijn om economisch te kunnen concurreren met de Chinezen (en Amerikanen!).

Helaas zijn de betrekkingen van Europa met de VRC al op alle fronten doortrokken van systeem rivaliteit: deze overschaduwt de natuurlijke economische concurrentie tussen landen en vermindert de vooruitzichten op een betrouwbaar, serieus ‘partnerschap’ met China, of het nu gaat om klimaat, verdragen over massavernietigingswapens, mondiaal gezondheidsbeleid of controle over outer space.

De twee pijlers van technologische innovatie, de civiele en militaire toepassingen van wetenschappelijke kennis, zullen ongetwijfeld blijven samenvloeien, niet alleen in de VRC maar ook in het Westen. Europa lijkt in beide achter te lopen, vooral in technologieën met militaire implicaties die Europa’s mensgerichte, humane houding ten opzichte van technologische innovatie scherp afzet tegen de meedogenloze, op macht gerichte benadering van de CCP.

We moeten ons echter niet laten intimideren en verlammen door de Chinese propaganda en Westerse meelopers en doemdenkers die ons constant vertellen dat het Westen in een onomkeerbaar proces van verval verkeert, dat China ons technologisch al mijlenver voorbij is en dat het tijdperk van de dominantie van de VRC en superioriteit onvermijdelijk is. Zoals we dit jaar opnieuw hebben kunnen vaststellen, heeft Xi’s China zo zijn eigen portie problemen en tal van economische, technologische en zelfs politieke kopzorgen. Het is geenszins gegarandeerd dat de VRC ze gemakkelijk te boven kan komen door de LDIO te blijven ondermijnen, door zelfvoorziening na te streven en door vast te houden aan een neo-totalitaire, één partij surveillance staat. Dit zou de EU een extra motivatie moeten geven om de LDIO en de onderliggende waarden en regels vastberadener en consequenter te handhaven en verdedigen, door energieker te zoeken naar allianties en nauwere samenwerking met gelijkgestemde landen over de hele wereld.

Er staan moeilijke tijden en beslissingen voor de deur. Zal er voldoende steun zijn voor het standpunt dat de EU zich moet aansluiten bij gelijkgezinde landen om niet alleen Rusland maar ook de VRC te counteren? Het valt nog te bezien of de EU en haar bondgenoten de bereidheid en het vermogen zullen hebben om veiligheid, waarden en principes boven winst te stellen in de relatie met de VRC, vooral omdat de wereld al een zware economische prijs betaalt voor de voortdurende oorlog in Oekraïne.

Zie ook, bijv.:

Henk Shulte Nordhold, Is China nog te stoppen?, Amsterdam 2021

Ian Bond, François Godement, Hanns W. Maull, Volker Stanzel Rebooting Europe’s China Strategy, Berlin, May 2022 (https://www.institutmontaigne.org/en/publications/rebooting-europes-china-strategy))