De lessen van de oorlog in Oekraïne voor Europa’s positie tegenover de VRC en Taiwan

poster: “We dienen Taiwan te bevrijden!” 我们一定要解放台湾 Women yiding yao jiefang Taiwan”, 1958, September. Publisher: Renmin meishu chubanshe (人民美术出版社). Een boer met een vork, een soldaat met een geweer en een staalarbeider met een staaf vallen een gehurkte Chiang Kai-shek en een Amerikaanse soldaat met een fakkel aan, staande op het eiland Taiwan. De poster was een van de vele afbeeldingen die werden geproduceerd in de nasleep van de zgn ‘Tweede Taiwanese Straatcrisis’ van 1958 © No copyright infringement intended. All rights belong to their respective copyright owners https://chineseposters.net/posters/e15-426

1 april 2022_Terwijl Russische troepen meedogenloos Oekraïense steden plat bombarderen en onschuldige burgers doden, probeert het China van Xi Jinping nog steeds van twee walletjes te eten: het Chinese regime onthoudt zich van enige veroordeling van Moskou, wenst de handel met zijn grote buur te handhaven en betuigt daarbij tegelijkertijd -een nogal leeg- medeleven met de duizenden weerloze slachtoffers. China leert echter op de harde manier dat het nu te groot en te mondiaal belangrijk is om daadwerkelijk neutraal te kunnen blijven in geopolitieke conflicten. Bovendien, als de VRC besluit om haar strategische partnerschap met Rusland voorrang te geven boven het verbeteren van de banden met het Westen, dan lopen haar toch al gespannen betrekkingen met Europa en andere Westerse landen het grote gevaar in een complete vrije val te belanden.

De afgelopen jaren heeft Mijngroeve.nl in verschillende artikelen beschreven dat economische integratie niet in een vacuüm plaatsvindt – ideologische verschillen en veiligheidsaspecten zijn van grote invloed. Ik stelde de vraag of we de grenzen van integratie naderden met een autoritaire staat als de VRC, vooral in de context van de felle geopolitieke technologieoorlog tussen de VS en China. Mijngroeve.nl vroeg zich lang voor de Oekraïense oorlog af of de EU-strategie om China tegelijkertijd te zien en te behandelen als partner, economische concurrent en systeemrivaal nog veel langer levensvatbaar zou zijn, aangezien het China First-beleid van Xi Jinping in een zeer strijdlustige, op nationale veiligheid gerichte politiek heeft geresulteerd, waarin Beijing is begonnen met het verdedigen van zijn nationale soevereiniteit en territoriale aanspraken op een intimiderende en provocerende manier en voorts technologische superioriteit en zelfvoorziening tot zijn belangrijkste strategische doel heeft gemaakt.

Nationale veiligheid

De oorlog in Oekraïne past in een trend die al enkele jaren duidelijk zichtbaar is: de paradigmaverschuiving van economie naar nationale veiligheid en geopolitiek in de internationale betrekkingen. Deze trend werd lange tijd genegeerd door de EU, in essentie een economische organisatie, die te lang vasthield aan Merkel’s ‘wandel durch handel’-(verandering door handel) filosofie in de relatie met Rusland en China. Ook Nederland had onder de opeenvolgende kabinetten-Rutte de neiging om vrij blindelings deze benadering van Duitsland te volgen en steunen. Het conflict in Oekraïne heeft nu geleid tot een enorme verandering in het buitenlands beleid van Duitsland, wat zeer waarschijnlijk een grote impact zal hebben op de EU en met name de buurlanden van Duitsland, zoals Nederland.

De intransparentie van China over zijn positie en keuzes na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne, mag Europa er niet van weerhouden om zijn eigen lessen te trekken uit het conflict in het licht van zijn relatie met de Volksrepubliek. Een van de eerste lessen is dat deze oorlog op het Europese continent niet alle aandacht van de EU mag afleiden van haar andere prioriteiten op het gebied van buitenlands beleid, met name van haar onlangs gelanceerde strategische initiatieven in de Indo-Pacific. Bovendien zou de oorlog in Oekraïne moeten dienen als een nieuwe waarschuwing richting de EU-lidstaten dat Taiwan een cruciaal, zo niet het centrale onderdeel van deze strategie zou moeten zijn. Mijngroeve.nl klaagde al ~1,5 jaar geleden over het feit dat de Nederlandse Indo-Pacific-strategie totaal geen melding maakte van de kwestie Taiwan, terwijl het in werkelijkheid de ultieme test zou kunnen worden voor Washington, Den Haag en Brussel in hun toezeggingen om de democratie sterker en nadrukkelijker te ondersteunen in Azië.

Het belang van Taiwan

In veel delen van Europa is men zich nog steeds weinig bewust van de economische en technologische importantie van het eiland met zijn 23 miljoen inwoners en zijn unieke en nogal bizarre internationale status. Velen in Europa beschouwen een mogelijk conflict rondom Taiwan nog steeds als louter een twist tussen de VS en China waarin de EU weinig of geen belangen heeft en waarin ze zich beter neutraal zou kunnen opstellen.

Anderen hebben het waanidee dat Europa een bemiddelende rol zou kunnen spelen in het Taiwan vraagstuk tussen China en de VS. Het is buitengewoon belangrijk dat Europese leiders en politieke partijen hun burgers eindelijk voorlichten dat een oorlog over Taiwan de internationale orde zou doen wankelen en de mondiale welvaart nog veel meer zou decimeren dan de Russische invasie van Oekraïne. Bovendien, als Beijing Taiwan onder zijn suprematie zou brengen, zou het hele militaire evenwicht in de westelijke Stille Oceaan verschuiven. Tot dusver wordt de speelruimte van de VRC ernstig beperkt door het feit dat de eerste eilandenketen voor haar kust bestaat uit Amerikaanse bondgenoten: Taiwan, de Filippijnen en Japan. Een inname van Taiwan door het communistische China zou de VRC een belangrijke corridor opleveren, van waaruit ze zich veel vrijer en gemakkelijker in de gehele westelijke Stille Oceaan zou kunnen bewegen.

Xi Jinping

Veel Europeanen denken nog steeds dat Xi anders is dan Poetin en niet snel zal beginnen aan een invasie van Taiwan of een uiterst riskant militair avontuur in de Zuid-Chinese zee. Maar zoals Poetin zelf meerdere keren heeft bewezen kunnen we het ons niet langer veroorloven om dit soort dictators te onderschatten. Laten we ook niet vergeten dat deze grote Chinese roerganger slechts 2 jaar geleden, toen het Westen midden in de Corona-crisis zat, de Chinees-Britse gezamenlijke verklaring over Hong Kong volledig aan zijn laars heeft gelapt. Het EU-beleid ten aanzien van China moet derhalve sterk rekening houden met een scenario waarin de VRC van plan is om Taiwan binnen te vallen, ook al kan niemand voorspellen of en wanneer dat precies zal gebeuren.

Xi’s staat van dienst in de afgelopen tien jaar suggereert dat hij communistisch China in een permanente strijdmodus tegen het Westen ziet, die de VRC in het jaar 2049 de ultieme victorie zal brengen. Er zijn veel aanwijzingen dat Xi de geschiedenis in wil gaan als de Chinese leider die Taiwan herenigt met ‘het moederland’. Xi is 68 jaar oud en heeft niet de tijd om te wachten tot 2049 wanneer de glorieuze herrijzenis van China moet zijn voltooid, precies 100 jaar na de oprichting van de Volksrepubliek. China’s rap voortschrijdende militaire opbouw in de Zuid-Chinese Zee dient duidelijk om Taiwan te intimideren en zijn eigen belangen en doelen met wapens en geweld te kunnen ondersteunen in het geval van een conflict. Tot slot beschouwt Xi China als de nieuwe supermogenheid in opkomst en zowel de VS als Rusland als grootmachten in verval.

Strategische ambivalentie

Een andere les die de EU zou moeten trekken is dat de dubbelzinnigheid rond de status en internationale steun voor Oekraïne Poetin deed geloven dat Europa geen krachtig en verenigd Europees antwoord zou geven bij een invasie. Met andere woorden, het ontbreken van een sterke westerse afschrikking, naast de ridicule ondermijning van de autoriteit van Zelensky en de internationale status van Oekraïne door de regering-Trump, alsmede de aanvankelijk ambivalente uitspraken van Biden over de Amerikaanse reactie in geval van Russische agressie tegen Oekraïne, hebben sterk bijgedragen aan de misrekeningen van Poetin.

De EU mag niet dezelfde fout maken ten aanzien van Taiwan. Het wordt steeds meer de vraag of de strategische onduidelijkheid over de (internationale) status van en steun aan Taiwan de belangen van het Westen het beste dient. Binnen de Republikeinse Partij in de VS zijn al stemmen te horen die zeggen dat het tijd is voor Washington om Taiwan diplomatiek te erkennen als “een vrij en soeverein land”. De massale repressie van Beijing in Hong Kong heeft het “één land, twee systemen”-beleid van zijn laatste restjes geloofwaardigheid beroofd. De Taiwanese president Tsai Ing-wen weet dat ze kan rekenen op de steun van de overgrote meerderheid van de Taiwanese bevolking wanneer ze zegt dat Taiwan nooit “één land, twee systemen” zal accepteren, zoals Xi nog steeds voorstelt als de route naar een “vreedzame hereniging”. De EU kan en mag deze realiteit niet langer ter zijde leggen. Ze moet de inspanningen van Taiwan steunen om meer internationale zichtbaarheid te krijgen en zich verzetten tegen de voortdurende pogingen van Beijing om het recht van Taiwan op internationale vertegenwoordiging te ontkennen of te blokkeren.

Afschrikking

De sleutel tot handhaving van de vrede in de Straat van Taiwan ligt in Beijing zoveel als mogelijk af te schrikken van een invasie. Alleen als Xi gelooft dat de politieke en economische gevolgen van een poging om Taiwan te veroveren juist een fundamentele bedreiging zullen vormen voor zijn groot China-droom en voor de macht en legitimiteit van de CCP, zal hij ervan afzien Taiwan aan te vallen. De EU hoeft haar Eén-China-beleid niet op te geven en voor de onafhankelijkheid van Taiwan te pleiten, maar ze moet Beijing in ieder geval ondubbelzinnig duidelijk maken dat Taiwan het bestaansrecht heeft als soevereine natie.

Dit vraagt om een veel proactiever beleid van de EU ten aanzien van de Taiwanese kwestie. Als belangrijkste handelspartner van China speelt Europa, en in het bijzonder Duitsland en Nederland, een centrale rol in de niet-militaire component van afschrikking. De militaire component ligt voornamelijk bij de VS (en Taiwan zelf natuurlijk), hoewel de oprichting van AUKUS lijkt te symboliseren dat andere westerse landen meer bereid zijn om deze militaire last te delen. Japan en Zuid-Korea zullen hoogstwaarschijnlijk ook meer militaire samenwerking zoeken met de VS om de VRC in bedwang te houden. Een wapenwedloop in de Indo-Pacific ligt daarbij in het verschiet…

Aangezien de EU geen militaire rol te spelen heeft, kan ze zich beter concentreren op het economische aspect: Brussel zou in alle communicatie met Beijing moeten herhalen dat er een extreem hoge economische prijs zal worden betaald in geval van een Chinese invasie van Taiwan. De VRC moet eraan worden herinnerd dat het niet zo coulant en gedwee zal worden behandeld als na Xi’s overname van Hong Kong in juli 2020 via de invoering van de zgn Hong Kong National Security Law.

De EU moet ook nauw samenwerken met de VS, Japan en Australië om de toetreding van Taiwan tot internationale organen zoals de WHO en de WTO te ondersteunen.

Bovendien zou de EU met diezelfde partners moeten samenwerken om de voortdurende inspanningen van China in internationale organisaties om Taiwan te bestempelen als “een provincie van de Volksrepubliek China”, een verkapte poging om de Chinese soevereiniteit over het eiland op te eisen, pro-actief en publiekelijk te weerspreken en weerleggen. De VRC voert immers al een jarenlange campagne om VN-resolutie 2758 te her- interpreteren als zijnde gebaseerd op het “One China”-principe. Beijing tracht de complete misvatting te verspreiden dat de VN-lidstaten via deze resolutie uit 1971 tot de conclusie kwamen dat Taiwan een onlosmakelijk deel uitmaakt van de Volksrepubliek China

One China politiek vs One China principe

EU-functionarissen moeten blijven duidelijk maken en benadrukken dat de EU het Chinese standpunt onderkent (=> bewust zijn van) dat Taiwan deel uitmaakt van China, maar de soevereiniteitsaanspraken van de Volksrepubliek China over Taiwan niet accepteert en dat nooit heeft gedaan. Met de aanname van de VN-resolutie in 1971, had de internationale gemeenschap uitsluitend de bedoeling om de toen door de Republiek China (ROC=Taiwan) bezette zetel in de Algemene Vergadering en de Veiligheidsraad van de VN toe te wijzen aan de Volksrepubliek China. De status van Taiwan werd met opzet onbeslist gelaten en het Chinese leiderschap was zich daar destijds volledig van bewust.

Toch probeert Xi Jinping voortdurend ‘voldongen feiten’ te creëren of presenteren door de geschiedenis te manipuleren of vervalsen. De VRC bouwt onder Xi aan een (wettelijk en historisch) kader om ervoor te zorgen dat de rest van de wereld geleidelijk instemt met wat Beijing als voldongen feiten beschouwt en waaraan het niet wil toegeven, zoals “Hong Kong heeft nooit autonome rechten gehad”, de “hele Zuid-Chinese Zee behoort tot de VRC” en “Taiwan is een onbetwistbaar en onvervreemdbaar deel van communistisch China” (=het One China principe).

We zijn er getuige van geweest hoe Poetin erin is geslaagd het narratief over Oekraïne zelfs in parlementen in heel Europa te beïnvloeden door zijn geschiedvervalsing en manipulatie van de feiten. De EU mag China niet toestaan hetzelfde te doen met betrekking tot de kwestie Taiwan. De Europese regeringsleiders moeten desinformatie proactief bestrijden en hun burgers duidelijk voorlichten over een van de laatste onopgeloste conflicten van de Koude Oorlog uit de vorige eeuw, namelijk de status van Taiwan. En de EU dient publiekelijk het cruciale verschil te benadrukken tussen haar “One China”-beleid en Xi Jinpings her-interpretatie in de vorm van het “One China”-principe.

Dringende behoefte aan een gemeenschappelijk optreden

Een andere les die we hebben geleerd is dat alleen een verenigd Europees antwoord enig effect zal hebben op een dictator. De EU zou zich veel sterker moeten inspannen om het buitenlands beleid richting China tussen de lidstaten te coördineren en krachtig tegenwicht te bieden aan Beijing’s verdeel-en heersbeleid in Europa. Duitsland en Frankrijk moeten hierin het voortouw nemen en ervoor zorgen dat Europa met één stem spreekt over de buitenlandse politiek ten aanzien van de VRC. Het zogenaamde 16+1 Forum, het initiatief van de VRC om zakelijke en investeringsbetrekkingen tussen China en 16 landen van Midden- en Oost-Europa te bevorderen, moet z.s.m. worden opgegeven, aangezien het het Chinese regime een platform biedt om de 27 EU lidstaten tegen elkaar uit te spelen.

Er moet ook een pan-Europese, ‘landenneutrale’ standaard screeningprocedure zijn voor investeringen of acquisities in Europa die worden gedaan door autoritaire staten, evenals een kader met criteria om gezamenlijke R&D-projecten (mbt gevoelige technologieën) met universiteiten van niet-vrije landen te evalueren, waardoor de EU-lidstaten de Chinese activiteiten in de EU beter kunnen beoordelen, coördineren en monitoren en inlichtingen kunnen delen. Daarnaast moet er een pan-Europees kader en initiatief komen om studentenuitwisselingen met autoritaire landen zoals de VRC beter te beheren en te coördineren.

De EU zou misschien ook moeten overwegen om een screeningmechanisme voor uitgaande investeringen op te zetten om te voorkomen dat Europese bedrijven aparte entiteiten in de VRC oprichten waarmee EU-exportcontroles kunnen worden omzeild en gevoelige technologie alsnog aan China kan worden verkocht of geleverd.

Dit alles wordt een grote uitdaging voor de EU, aangezien de economische invloed van China op verschillende Europese landen veel sterker is dan die van Rusland. Voorts beschouwen veel Europese landen China niet als een (directe) militaire bedreiging vanwege zijn geografische ligging. Anderen zijn bang de toegang tot de enorme Chinese markt, Chinees kapitaal en economische assistentie te verliezen. In sommige Europese landen en vooral op de Balkan en in Hongarije nemen lokale politici en media al een extreem pro-PRC-standpunt in, waarbij ze kritiekloos de propaganda van Beijing slikken en verspreiden.

Maar de EU kan pas effectief zijn tegenover China als ze eenheid toont, wat inhoudt dat de politieke en zakelijke kringen en Europa als geheel bereid moeten zijn pijn te lijden als dit nodig zou zijn om China af te schrikken. Nationale regeringen en Brussel hebben de plicht om hun lokale overheden en het bedrijfsleven zeer bewust te maken van de nationale veiligheidsaspecten en risico’s van het omgaan met een steeds assertiever China.

Escalatie pad

Brussel moet voorbereid zijn op een escalatiepad in het geval dat China bijv. zijn agressieve houding ten opzichte van Taiwan niet afzwakt, Rusland helpt bij het ontwijken van westerse sancties of er zelfs voor kiest om Moskou militair te steunen in de oorlog. Intimidatie van een individuele EU-lidstaat door Beijing mag niet langer onbeantwoord blijven door Brussel en de overige lidstaten: een onmiddellijke, eerste reactie zou moeten zijn dat in alle Europese hoofdsteden alle aanwezige Chinese ambassadeurs gelijktijdig worden ontboden om Europese woede en verontwaardiging te uiten. Een mogelijk sanctietraject moet ook aan de Chinese diplomaten worden gecommuniceerd. Maar over zo’n pad kan alleen worden gesproken als er de wil en bereidheid is om het ook uit te voeren.

Een krachtig sanctieregime tegen China zal van de EU vereisen dat ze aanzienlijke economische tegenspoed kan en wil dragen en weerstand wil bieden aan mogelijke Chinese economische vergeldingsmaatregelen. Kortom, de EU zou al risicobeperkende plannen moeten bestuderen en opstellen om dergelijke potentiële economische represailles te kunnen weerstaan en compenseren.

De oorlog in Oekraïne zou de voorbode kunnen zijn van een breder, langdurig conflict tussen autoritaire staten en democratieën: democratische landen moeten nauwer samenwerken als ze willen zegevieren. De EU moet geen illusies koesteren over de VRC onder Xi: de Chinese president (‘voor het leven’) zal niet aarzelen om elke Europese overmatige afhankelijkheid van China ten volle uit te buiten en individuele lidstaten te chanteren om zich te onderwerpen aan de politieke standpunten van Beijing (als de omstandigheden daarom vragen).

De EU moet vanzelfsprekend een dialoog blijven voeren met China, waarbij zij moet wijzen op de waarde voor de VRC van haar handelsbetrekkingen met Europa en op het belang en de voordelen van internationale ontspanning. Ondanks alle Chinese PR-bluf over technologische superioriteit en zelfvoorziening, kan de VRC in werkelijkheid nog steeds niet zonder westerse technologie, knowhow en kapitaal. Het heeft de toegang tot de grote Europese markt nog hard nodig. Last but not least is er een gemeenschappelijk belang om de klimaatverandering samen te bestrijden, hoewel zelfs op dit punt realisme de overhand moet hebben in de Europese hoofdsteden: als klimaatovereenkomsten of klimaatbeleid de macht van de CCP dreigen te ondermijnen, zal het welzijn van de Partij en niet die van de planeet de prioriteit hebben in Beijing.

Maar de EU moet de dialoog voeren vanuit een positie van kracht, niet van zwakte. Europa is de grootste handelspartner van China, niet Rusland. De EU moet ook alle fatalistische en defaitistische geluiden negeren die beweren dat het verval van het Westen onvermijdelijk is en dat China hoe dan ook het stokje zal overnemen. Europa moet proberen China waar en zoveel mogelijk te beconcurreren en overtreffen door gebruik te maken van zijn creatieve krachten en door de economische- en technologische samenwerking met gelijkgestemde landen te vergroten. Hoewel de opkomst van communistisch China een gegeven is, is het op geen enkele manier gegarandeerd dat het op elk gebied en in elke uithoek van de wereld een dominantie positie zal weten te verwerven. Misschien zullen China’s communisme, autoritarisme en huidige obsessie met zelfvoorziening de grootste kwetsbaarheden blijken te zijn…

Tegelijkertijd dient Europa zijn inspanningen op te voeren om in kritieke produkten en diensten minder op China te vertrouwen en zijn economische banden met andere landen in de Indo-Pacific, waaronder Taiwan, uit te breiden. Om China zoveel mogelijk ervan te weerhouden Taiwan binnen te vallen en om misrekeningen in Beijing a la Poetin te voorkomen, moet het voor China volkomen duidelijk zijn waar uiteindelijk Europa’s loyaliteit en fundamentele belangen liggen: niet bij de Volksrepubliek China, maar bij gelijkgestemde democratische landen in de wereld zoals Taiwan.

April Fool’s Day 2022

De langverwachte EU-China top vindt vandaag, 1 april 2022, plaats. Het is aan de Chinese regering om te beslissen of zij een positieve rol wil spelen bij het beëindigen van het conflict in Oekraïne of steeds meer aan de kant van Rusland wil staan. Hoogstwaarschijnlijk willen de Chinezen graag elk gesprek over de oorlog vermijden en de top richten op economische onderwerpen en de herleving van de veelomvattende investeringsovereenkomst (CAI) met de EU, waarvan de ratificatie is stopgezet vanwege China’s mensenrechtenschendingen in Xinjiang en de Chinese sancties tegen leden van het Europees parlement.

Het is echt te hopen dat de EU China niet wil signaleren dat in ruil voor een eventuele bereidheid van Beijing om druk uit te oefenen op Poetin, Xi’s “beste vriend”, om de oorlog te beëindigen, de EU zou willen toestemmen om de CAI nieuw leven in te blazen… .

1 april 2022 mag niet zo’n dag der dwazen worden. Er is absoluut geen reden om de Volksrepubliek China op zo’n manier te belonen, zeker niet zolang het regime van Xi niet heeft begrepen dat het moment van de waarheid als wereldmacht al is aangebroken en dat het in zijn eigen belang is om het bloedvergieten in Oekraïne te helpen beëindigen en de internationale orde te herstellen. De 1 april-top zal ons ook een eerste indicatie geven of de EU al in staat is om de lessen die er te trekken zijn uit de oorlog in Oekraïne toe te passen op haar beleid tegenover China en Taiwan.

Mijngroeve.nl zal het nauwlettend in de gaten houden…

also refer:

https://www.gmfus.org/news/distortion-un-resolution-2758-and-limits-taiwans-access-united-nations

https://www.politico.com/news/2022/03/17/white-house-china-russia-00017793

https://ip-quarterly.com/en/user/411

https://www.mijngroeve.nl/nl/geschiedenis/taiwan-in-de-hoofdrol/

https://www.mijngroeve.nl/nl/geschiedenis/de-uiteenspatting-van-de-china-droom/