9 Feb 2019_Als Noord-Korea in het nieuws is denk ik wel eens terug aan de tijd dat ik met een paar Noord- Koreaanse studenten een balletje trapte in Beijing, China, begin jaren ’90. Wat zou er van hen terecht gekomen zijn en op waar bevinden zij zich nu? Spelen zij persoonlijk een rol van enige betekenis in het Noord-Korea van vandaag? Die studenten zijn onderwijl dikke vijftigers en worden geregeerd door een tirannieke dertiger, Kim Jong-un. Jammer genoeg moet ik het definitieve antwoord op mijn eigen prangende vragen schuldig blijven.
Beiwai: Beijing Foreign Studies University
Aan het Beiwai, het instituut voor buitenlandse studies in Beijing, verblijven in 1990 een twintigtal Noord Koreanen, hoofdzakelijk mannen, zo’n 25 tot 35-jaar oud. Enkelen zijn reeds getrouwd, vrouw en kinderen zijn vermoedelijk gedwongen in Noord-Korea achtergebleven. Dit twintigtal maakt deel uit van een kleine, nauw met de communistische partij verweven elite die met toestemming van het Noord Koreaanse bewind in het buitenland mag studeren. In de praktijk betekent dit meestal een keuze voor Rusland of China. Waarschijnlijk bevinden zich in 1990 tussen de 100 tot 200 Noord-Koreaanse studenten in China, voornamelijk in Beijing en wellicht in Harbin, in het noorden van het land. Die aan Beiwai mogen er 6 jaar vertoeven: de eerste drie tot vier jaar om zich het Chinees volledig meester te maken, de resterende jaren om hun Engels bij te spijkeren.
Het Noord-Koreaanse schoolsysteem bestaat uit 5 jaar basisschool en 6 jaar middelbare school. Tot mid-jaren ’90 dragen alleen de middelbare scholen zorg voor het onderwijs in vreemde talen en gelden Russisch en Engels als de belangrijkste. De huidige leider Kim Jong-un verordeneert in 2011 dat het onderwijs in vreemde talen al op de basisschool dient aan te vangen. Met de opkomst van China over de afgelopen 2 decennia jaar heeft trouwens de Chinese taal sterk aan populariteit gewonnen onder Noord-Koreaanse scholieren en studenten. Na de val van de Soviet Unie eind 1991 heeft het Russisch gestaag aan aantrekkingskracht ingeboet.
De campus van Beiwai wordt in tweeën gesplitst door een autoweg, met de studentenflat en leslokalen voor de buitenlanders aan de westkant en alle gebouwen voor Chinese studenten aan de andere kant van de weg. De Chinezen delen met hun achten een uiterst sobere en pover verlichte kamer met louter stapelbedden . De beter uitgeruste kamers voor buitenlandse studenten worden bewoond door 2 personen. De Noord-Koreanen bevinden zich aanvankelijk alleen op de begane grond van onze studentenflat. Op de andere verdiepingen verblijven de overige buitenlanders, met de Westerlingen (voornamelijk Europeanen) en Zuid-Oost Aziaten op de eerste, de Japanners op de tweede, en de Russen op de bovenste verdieping.
Voetbal is geen oorlog
De Noord-Koreanen hebben afzonderlijk les en houden zich verder ook volstrekt afzijdig van de andere studenten. Gelukkig biedt het voetbal mij een kansje om in contact te komen met deze gesloten groep. Voetbal is enorm populair in China en ook in Noord Korea. Wanneer ik een keer een balletje aan het hoog houden ben voor onze studentenflat klampen plotsklaps twee Noord-Koreanen mij aan met de vraag of ik wil meedoen met hun team dat zich gaat inschrijven voor het universiteitstoernooi in het voorjaar van 1991. Uiteindelijk acht het universiteitsbestuur het verstandiger om het Noord-Koreaanse team op te delen: de spelers worden verspreid over verschillende Chinese ploegen. Zodoende kom ik samen met drie Noord-Koreanen,waaronder een keeper, in een mij verder onbekend team van Chinese studenten terecht. De competitie bestaat uit een poule systeem met finale rondes en wordt gespeeld op een stoffig en hobbelig zandveld op de Chinese kant van de campus. In een druk bezochte halve finale gaat ons elftal ten onder in een fel bevochten, maar weinig hoogstaande wedstrijd. Als dank voor mijn deelname word ik door mijn Noord-Koreaanse teamgenoten enkele malen uitgenodigd voor hun BBQ partijtjes, die in hun kamers (!) op de begane grond of -bij goed weer-buiten in de tuin plaatsvinden. Ze blijken meester BBQ-ers die met geringe middelen zeer smakelijke maaltijden konden bereiden, begeleid door een flinke lading bier en rijstwijn.
In diezelfde periode verhuist de keeper (zijn naam is mij helaas ontschoten, daardoor is het onmogelijk om hem ook maar op een of andere manier vandaag de dag te traceren) met een klasgenoot naar de eerste verdieping door het ontstane gebrek aan woonruimte op de begane grond na de komst van enkele nieuwe studenten uit Pyongyang. Dus die twee hebben nu de kans om op de gang ook met andere buitenlandse studenten een praatje maken.
De Noord-Koreaanse studenten steken -al dan niet bewust- hun verwondering over de -in hun ogen- aanzienlijke welvaart en luxe die ze in Beijing aantreffen niet onder stoelen of banken tegenover mij. Ook al is het Chinese economisch hervormingsbeleid na de gewelddadige onderdrukking van de studentendemonstraties in Juni 1989 abrupt tot stilstand gekomen en zijn de bereikte economische resultaten nog vrij beperkt in mijn ogen, het ontgaat deze Noord-Koreanen niet dat in China een fundament is gelegd voor economische vooruitgang. Ze zijn lovend over het grote aanbod van producten in de winkels, warenhuizen en markten en over de publieke faciliteiten in Beijing. Ik kan met deze Noord-Koreanen vanzelfsprekend niet werkelijk in discussie over politiek of over de situatie in hun verpauperde eigen land, temeer daar ik zelden een-op-een met ze kan spreken. Elk van hen houdt er rekening mee dat iedere landgenoot een informant kan zijn. Daarenboven is volgens de officiele Noord-Koreaanse partijlijn China vanaf mid-jaren tachtig een afvallige in de marxistische leer. De onvrede van een deel van de Chinese bevolking met de communistische partij in 1989 is evenmin een geschikt gespreksonderwerp. Pyongyang heeft weinig verrassend het bloedige optreden van de Chinese overheid tegen haar eigen bevolking juist luid toegejuicht. De conservatieve wind die in 1990 in Beijing is gaan waaien wordt publiekelijk door het Noord-Koreaanse bewind geprezen.
Mijn conversaties beperken zich tot hun (les)ervaringen in Beijing, familie en voetbal, tot luchtige zaken. Ze zijn zeer leergierig en uiterst gemotiveerd om Chinees te leren. Ze willen maar wat graag hun Engels oefenen. Net als alle Chinezen zijn ook deze Noord-Koreanen bekend met het succesvolle Nederlandse elftal van 1988. Ze zijn daarnaast oprecht nieuwsgierig naar mijn levensverhaal en persoonlijke interesses, mijn voedsel-en muziek voorkeuren. In een zeldzaam onbewaakt moment toont de keeper mij trots een van zijn meest waardevolle persoonlijke eigendommen, een cassettebandje van de Velvet Underground!! Hij heeft het bandje toegeschoven gekregen door een Australische student. Af en toe geniet hij heimelijk van deze verboden vrucht als hij alleen op de kamer is. Samen met diezelfde kamergenoot laat hij in Juni 1991 zijn gezicht zien bij een swingfeest ter ere van mijn verjaardag waarvoor ook andere buitenlandse vrinden en medestudenten zijn uitgenodigd. Sterker nog, de twee wagen zich zelfs op de volle dansvloer op de klanken uit mijn radio-cassette recorder van Michael Jackson’s “I am Bad”. Het voetbal heeft mij tot een kameraad gemaakt, en een vriend’s uitnodiging voor een feestje hoor je sowieso niet af te slaan, zo geven zij mij althans de indruk.
As van het kwaad
Hoor je tegenwoordig iets over Noord Korea, dan denk je inderdaad meestal aan “bad news”. George W. Bush bestempelt in 2002 Noord-Korea, Iran en Irak als de As van het Kwaad. Pyongyang is in versneld tempo een kernwapenprogramma aan het ontwikkelen, dat tenslotte culmineert in de eerste Noord Koreaanse kernproef in 2006. Het nucleair- en rakettenarsenaal van Noord Korea is tot op de dag van vandaag een immens probleem voor de internationale gemeenschap.
Dat arsenaal is ongetwijfeld mede tot stand gekomen door de inzet en bijdrage van Noord-Koreaanse studenten die kennis hebben opgedaan en opdoen in China, Rusland en ondertussen ook in India en Pakistan. Ligt de focus in de jaren ’80 en begin jaren’ 90 misschien nog op het vergaren van talen-en economische kennis, daarna komt die te liggen op het verzamelen en uitbouwen van technische know-how.
Aanvankelijk heeft Westen nog de hoop dat Noord-Korea dezelfde economisch koers zal gaan varen die Beijing al in de jaren ’80 heeft ingezet. Die hoop maakt vanaf de jaren ’90 plaats voor de vrees dat het Noord-Koreaans regime voor zijn zelfbehoud uitsluitend voor de optie van nucleaire bewapening wil kiezen. Van hervorming of een perestroika is in Noord-Korea geen sprake. In diezelfde jaren ’90 gaat Noord-Korea zelfs gebukt onder een zware hongersnood.
De stroom aan Noord-Koreaanse studenten naar China groeit desondanks gestaag. Rond 2016 zijn er ettelijke duizenden Noord-Koreaanse studenten verblijfzaam, waarvan een aanzienlijk deel studeert aan technische universiteiten, zoals die van Harbin. De gekozen studies betreffen vaak engineering, ruimte-en luchtvaarttechniek, wis, natuur-en metaalkunde. In Rusland zijn er in die tijd naar verluidt nog maar enkele tientallen studenten aanwezig.
China en Rusland onderschrijven formeel de nieuwe, aangescherpte VN sancties van 2016-17 tegen Noord-Korea. Die internationale maatregelen zijn ondermeer bedoeld om de overdracht van gevoelige militaire-en technische knowhow aan Pyongyang aan banden te leggen. Studenten afkomstig van Kim Il Sung University, Kim Chaek University of Technology, Pyongsong College of Science en de National Defence University worden bovenal in verband gebracht met Pyongyang’s nucleaire ambities. Het is niet duidelijk of beide landen zich volledig aan die internationale afspraken houden. Van China wordt in 2017 gezegd dat het het aantal Noord-Koreaanse studenten aan technische universiteiten drastisch aan het terugbrengen is. Onzeker is of deze trend zich heeft doorgezet na de snel verslechterende Amerikaans – Chinese relaties in 2018.
Fluwelen omwenteling
Waartoe de komende tweede Amerikaans – Noord Koreaanse topontmoeting eind februari 2019 zal leiden is tevens ongewis. Laten we maar een sprankje hoop houden dat Noord-Korea eieren voor zijn geld zal kiezen en meer hervormingsgezinde krachten eindelijk een kans gaan krijgen. Een soort van fluwelen ommekeer. Niet alle partijpropaganda wordt door iedereen zomaar geloofd en geslikt. Noord-Korea is tegenwoordig minder hermetisch afgesloten dan in de vorige eeuw. Sinds de eeuwwisseling worden door Pyongyang jaarlijks tienduizenden arbeiders her en der over de wereld uitgezonden, van Rusland tot aan het Midden-Oosten en Afrika. Zij worden door het bewind vooral gebruikt om buitenlandse deviezen binnen te halen. Maar behalve deviezen nemen deze arbeiders bij terugkomst naar hun vaderland natuurlijk ook hun herinneringen aan hun buitenlandse avonturen met zich mee. Verschillende Noord-Koreaanse diplomaten, studenten en overzeese arbeiders hebben de laatste jaren in het buitenland asiel aangevraagd uit teleurstelling over het achterwege blijven van de broodnodige structurele economische hervormingen.
Heel misschien dat onze Noord-Koreaanse keeper en VU fan toch ergens in Pyongyang een bijdrage kan gaan leveren aan zo’n hoognodige ommekeer. Kostte het per slot van rekening de VU na hun debuut mid-jaren ’60 ook niet meer dan 30 jaar alvorens door de goegemeente van rockcritici op waarde te worden geschat? Wat dat betreft was onze Noord-Koreaanse keeper in 1990 in ieder geval zijn tijd vooruit! Hopelijk gaat de despoot Kim Jong-un ook ten langen leste het licht zien.
foto van premier Rutte fietsend op Beijjing Foreign Studies Campus https://twitter.com/minpres/status/984327050008891393?lang=en
leestip:
– voor nieuws over entrepeneurs in Noord-Korea zij bijv. www.chosonexchange.org
– voor actueel nieuws over de ontwikkelingen noord-korea zie bijv www.northkoreaninsight.com, een nieuwsverzamelsite over Noord-Korea
www.nknews.org (paid subscription) is een van de meest geciteerde nieuwssites in de internationale media m.b.t. Noord Korea
https://www.scmp.com/ south china morning post, HK newspaper
– In 2002 zond de BBC een fascinerende documentaire “The Game of Their Lives” uit over het legendarische optreden van het Noord Koreaanse voetbalelftal op het WK van 1966 in Engeland. Een WK dat ook nauwlettend door beginnend coach Rinus Michels in de gaten werd gehouden. Tegen alle verwachtingen in wist dit Noord-Korea het tot de kwartfinale te schoppen, ondermeer door het grote Italie uit het toernooi te spelen. Op Goodison Park van Everton speelden de Noord Koreanen in de kwartfinale de Portugezen aanvankelijk ook finaal van de mat met een proto-versie van totaal voetbal. Maar het Portugal van Eusebio kwam terug van een 0-3 achterstand en wist uiteindelijk met 5-3 te winnen. De Noord-Koreanen keerden naar huis, van deze spelers werd dus tot 2002 nooit meer iets vernomen.
De BBC (filmmaker Daniel Gordon en producer Michael Bonner) kreeg in 2001 toestemming om de spelers van dit team te interviewen in Noord-Korea. Spelers en Engelse toeschouwers halen herinneringen op. Deze documentaire werd zowel in Noord als Zuid-Korea vertoond. Af en toe komt deze documentaire nog wel eens op tv voorbij, maar als DVD is hij niet of nauwelijks meer verkrijgbaar. Een aanrader is ook Gordon/Bonner’s “A State of Mind” uit 2004, een indringend portret van 2 gymnastes van 11 en 13 jaar, hun volledige overgave voor hun sport en hun niet aflatende liefde voor Noord-Korea, Kim Il-Sung en Kim Jong-il.
luistertip:
– VU/Lou Reed “Beginning to see the light”