Den Haag-Beijing: een keerpunt

afbeelding: Chinese propaganda poster uit ~1950 : ‘Het uitzwaaien van het Volksbevrijdingsleger dat Taiwan zal omverwerpen’. ‘Voer de revolutionaire oorlog tot het einde!’ Het leger vertrok nooit echt naar Taiwan, hoewel er wel plannen waren. Door de aanwezigheid van de Amerikaanse vloot en het uitbreken van de Koreaanse oorlog kwam het nooit verder dan oefeningen en bedreigingen © No copyright infringement intended. All rights belong to their respective copyright owners , refer https://chineseposters.net/posters/d29-878

20 mei 2021– Het mag de krantenkoppen niet gehaald hebben, toch is het vermeldenswaard dat de vaste commissie van Buitenlandse Zaken van het Nederlandse parlement de Chinese ambassadeur in Den Haag, de heer Tan Jian, heeft uitgenodigd voor een gesprek. Dergelijke uitnodigingen zijn zeldzaam. Deze volgt op de recente Chinese sancties tegen Europese politici, organisaties en denktanks, waaronder het Nederlandse parlementslid Sjoerdsma van D66 en de Nederlandse EU-ambassadeur Delphine Pronk, die volgden als reactie op de EU-sancties tegen een beperkt aantal lokale Chinese functionarissen in Xinjiang die verantwoordelijk worden gehouden voor de mensenrechtenschendingen in de Chinese provincie.

Chinese ambassadeur in Den-Haag

De besloten vergadering was oorspronkelijk gepland voor 19 mei 2021, maar is uitgesteld tot een nog onbekende datum vanwege vermeende “overlappende agenda’s” van enkele Nederlandse parlementsleden. De uitnodiging biedt de ambassadeur Tan de kans om zich te introduceren bij het Nederlandse parlement na zijn aanstelling in Januari 2021. Ik heb geen lijst met geplande agendapunten gezien, maar vermoedelijk wil het Nederlandse parlement zijn bezorgdheid en bezwaren uiten tegen de recente Chinese sancties alsmede de kwesties Hongkong, Taiwan en Xinjiang aan de orde stellen….

Behalve dat de bijeenkomst de Nederlandse parlementariërs wellicht de mogelijkheid geeft om hun frustratie en verontwaardiging over het Chinese gedrag te uiten, is het twijfelachtig dat ze tot grote resultaten zal leiden. De tijd dat Chinese diplomaten zich bescheiden opstelden, is allang voorbij: onder Xi Jinping hebben ze hun toevlucht genomen tot een veel offensievere stijl die bekend staat als ’the wolve warrior diplomacy’. China probeert een multipolaire wereldorde op te bouwen en te promoten waarin geen enkele andere staat zich kan ‘bemoeien’ met wat het ziet als ‘interne aangelegenheden’, waaronder mensenrechten, Tibet, Xinjiang, Hong Kong, Taiwan, de Zuid-Chinese zee , de grens met India, of mogelijk elk probleem of onderwerp dat China niet bevalt. De overzeese diplomaten van het regime in Beijing verdedigen de laatste jaren deze bestuursaanpak ferm en openlijk.

Xi’s waardensysteem

In het waardesysteem en de visie van president Xi zijn democratie en mensenrechten niet universeel: universeel zou volgens hem het recht moeten zijn om elkaar niet lastig te vallen over zulke kwesties, aangezien ze intern zijn. ‘Zolang je mij niet lastig valt, val ik jou niet lastig en kunnen we zaken doen.’ Naast die houding legt de Chinese regering in toenemende mate haar wil op aan andere staten, in plaats van landen over te halen zich aan te sluiten bij de Chinese buitenlandse beleidsdoelstellingen. Het gebruik van economische en politieke macht door een supermacht om andere landen af te schrikken of te straffen is op zichzelf niet verrassend: de frequentie en intensiteit waarmee het huidige Chinese bewind er gebruik van maakt, is dat wel. Intimidatie is het nieuwe normaal geworden. Nog belangrijker dan een militaire strategie in zijn eigen achtertuin of in de rest van wereld is China’s doelstelling om de kosten voor landen om tegenwicht te (durven) bieden tegen Beijing onevenredig hoog te maken door de onderlinge economische afhankelijkheid sterk te vergroten.

De bredere vraag in Europa evolueert naar ‘willen Den Haag en Brussel China nog binnen de op regels gebaseerde internationale orde houden en zo ja, hoe kan Beijing ervan worden overtuigd dat het ook in haar belang is?’ En hoe blijf je in contact met de Volksrepubliek zonder voortdurend te buigen voor haar eisen en zonder je nationale veiligheid en principes te verkwanselen? Tot voor kort had het Westen (inclusief Japan, Zuid-Korea, Nieuw-Zeeland, Australië) niet zoveel over democratie en waarden te melden in de uitwisseling met China. Door niet genoeg op te komen voor deze waarden, zoals menselijke gelijkheid, vrijheid, transparantie, wederkerigheid, openheid en solidariteit, heeft de Westerse wereld de geleidelijke erosie van het multilaterale, op regels gebaseerde systeem dat het zelf heeft helpen opbouwen, mede mogelijk gemaakt.

De VS heeft veiligheidsverplichtingen in de Azië-Pacific-regio die de EU niet heeft, waardoor de EU, en met name Merkel, haar relatie met Beijjing als overwegend commercieel kon bezien, ondanks het feit dat China onder Xi afstand nam van markthervormingen, buitenlandse bedrijven steeds vaker de toegang ontzegde en ondernemingen die kritisch stonden tegenover zijn beleid en retoriek het leven zuur maakte, belachelijke soevereiniteitsclaims uitsprak over de Zuid-Chinese Zee, zijn dreigementen tegen Taiwan opvoerde, de laatste overblijfselen van Hong Kong’s autonomie volledig elimineerde en de onderdrukking van de Oeigoeren en andere etnische minderheden verhevigde.

De vrije markt en geopolitiek

De strikt zakelijke relatie van de EU met China heeft grote tekortkomingen blootgelegd: de vrije markt is blind voor de geopolitieke dreiging van de overconcentratie van de leverantie door één land van bepaalde producten of diensten die cruciaal zijn voor de nationale veiligheid. Het heeft Chinese staatsbedrijven ook in staat gesteld een voorname partner te worden in belangrijke Europese infrastructurele projecten, waarbij eventuele bezorgdheid over de nationale veiligheid gemakshalve genegeerd of gebagatelliseerd werd. De overtuiging dat democratische vrijheden automatisch zouden volgen zolang de VRC eerst maar zou integreren in de wereldeconomie, haar markten zou openen voor westerse goederen en vervolgens intern zou dereguleren, is ook te optimistisch en naïef gebleken.

Jarenlang blonken westerse leiders en CEO’s uit in verbale gymnastiek – of in domweg niets zeggen – wanneer ze te maken hadden met het zeer autoritaire leiderschap van de Communistische Partij in Beijing onder Xi. Ondanks de groeiende macht van de VRC in de afgelopen twee decennia, ontbreekt het Nederland en Europa aan sterke kennis over de Chinese binnenlandse politiek, het buitenlands beleid, de samenleving en de economie. Ondertussen namen de meeste politieke partijen in Europe en ook de reguliere media lange tijd de moeite niet om geïnformeerd te worden dan wel hun kiezers of publiek te informeren over de politieke ontwikkelingen in China, de geopolitieke gevolgen van deze opkomst, de impact op de transatlantische alliantie en de implicaties voor de EU.

Dit alles is aan het veranderen door de ‘geopolitieke technologieoorlog’ tussen de VS en China. Het Amerikaanse Congres is verenigd in zijn bestempeling van China als de belangrijkste strategische- en systemische rivaal voor de nabije toekomst. De Corona-pandemie heeft voor de rest van de westerse wereld de risico’s van een te grote afhankelijkheid van China in bepaalde kritieke segmenten blootgelegd. Het onderwerp Xinjiang heeft opnieuw aangetoond dat Beijing de mensenrechten niet respecteert. In de tussentijd heeft de nieuwe Biden-regering het strijdlustige China-beleid van Trump niet echt veranderd, maar een nieuwe dimensie toegevoegd door te proberen een internationaal front op te bouwen, wat Trump heeft nagelaten.

Bijgevolg hebben Europa, de lidstaten, regeringen en politieke partijen nu plotseling haast om een breed, openbaar China-beleid- en strategiedebat te voeren onder deze uiterst gespannen internationale omstandigheden, omdat de meesten van hen – helaas – nooit echt de tijd hebben genomen voor een meer alomvattende evaluatie in een veel eerder stadium. Wat we de afgelopen 2 jaar vooral uit Den Haag en Brussel hebben gehoord, is dat China een ‘partner, economische concurrent en systeemrivaal’ is: of en hoe de EU deze verschillende rollen denkt te kunnen kneden tot een consistent beleid en strategie is nogal onduidelijk gebleven.

Veranderende stemming

De stemming ten opzichte van China is in veel (democratische) parlementen over de hele wereld drastisch aan het verschuiven. Duitsland en Nederland, de belangrijkste handelspartners van China in de EU en geleid door politieke leiders die vast geloofden in de business first-benadering, zijn hiervan een voorbeeld. Er zijn (eindelijk!) verhitte debatten over de toekomstige relatie met Beijing, waarin de economische banden niet langer het enige aandachtspunt zijn. De discussie is versprongen van puur zakelijke onderwerpen, naar gesprekken over waarden en naar de meer fundamentele vraag hoe de op regels gebaseerde orde die Europeanen, Amerikanen, Japanners, Canadezen en Australiërs hebben opgebouwd, te behouden. Dat internationale systeem berust niet alleen op zaken en handel, maar ook op waarden en “the rule of law”. Waarden worden steeds meer gezien als een onmisbaar onderdeel van een land’s nationale veiligheidsstrategie door een groeiend aantal politici in democratische naties. Dit verklaart de roep om meer samenwerking tussen gelijkgestemde landen.

Merkel en Rutte en hun ministers van Buitenlandse Zaken zijn al geconfronteerd met dit veranderende sentiment en de nieuwe realiteit. https://www.mijngroeve.nl/nl/geschiedenis/het-nederlandse-china-beleid-groeiende-parlementaire-onvrede/ en https://www.mijngroeve.nl/nl/geschiedenis/de-uiteenspatting-van-de-china-droom/ Het vertrek van Merkel in september zou de weg kunnen banen voor een broodnodig, evenwichtiger Duits China-beleid. Tegen die tijd zou ook een nieuwe Nederlandse coalitieregering (onder Rutte?) moeten zijn geïnstalleerd: een nieuwe Nederlandse premier zal de ontwikkelingen in Berlijn waarschijnlijk zeer nauwlettend in de gaten houden en zal te maken krijgen met een parlement dat zeer kritisch is geworden over het beleid tegenover China. De VRC haalde tot een paar jaar geleden nauwelijks de voorpagina’s: dat is radicaal veranderd en het meeste – bijna dagelijkse – nieuws is niet erg positief …

De EU

Tot dusver is de EU er niet in geslaagd om met één stem over en tegen China te spreken, de grote vraag is of dat ooit zal gebeuren. De economische macht van de EU laat zich niet gemakkelijk omzetten in politiek-strategische eenheid zolang unanimiteit vereist is bij de besluitvorming over het buitenlands beleid. Misschien geeft de EU (of tenminste sommige lidstaten) er nog de voorkeur aan om (voor altijd?) neutraal te blijven in de confrontatie tussen de VS en China, een standpunt dat steeds moeilijker handhaafbaar zal worden als er niet snel een de-escalatie plaatsvindt. Wellicht ziet Brussel een rol voor zichzelf als bemiddelaar tussen de VS en China, bijvoorbeeld met betrekking tot de kwestie Taiwan. Maar het balanceren van de (vermeende) noodzaak om China te plezieren vanwege zijn economische macht, en het tegelijkertijd loyaal blijven aan de transatlantische alliantie en aan Europese waarden en democratische principes, wordt een grote geopolitieke uitdaging – of moet ik zeggen hoofdpijn – voor Den Haag en de EU als geheel.

Er is een direct en sterk verband tussen Europese welvaart en Aziatische veiligheid. Een militaire confrontatie tussen de VRC en de VS in de Straat van Taiwan zou grote economische gevolgen hebben en veel schade berokkenen aan de EU. Daarom moeten beleidsmakers in Brussel en Den Haag onomwonden en continu tegenover China duidelijk maken dat niet alleen de VS maar ook de EU aanzienlijke veiligheidsbelangen heeft in de Straat van Taiwan.

De Taiwan kwestie

Europese leiders moeten natuurlijk blijven aandringen op een dialoog met Beijing in de hoop dat Xi- tegen alle verwachtingen in – het zal zien als een exit-strategie richting de-escalatie in de Zuid-Chinese Zee en tegenover Taiwan, wat in China’s eigen voordeel zou zijn. De EU zou kunnen aandringen op mechanismen voor crisisbeheersing of de-escalatie tussen Washington en Beijing, vergelijkbaar met de procedures die tijdens de Koude Oorlog tussen de VS en de Sovjet-Unie bestonden. Maar helaas moet de EU zich ook voorbereiden op een scenario waarin de VRC helemaal geen dialoog of détente wenst: hoe Xi in een dergelijke situatie op zijn minst ervan te weerhouden geweld te gebruiken tegen Taiwan, de hightech-grootmacht?

Hoewel een Chinese invasie van Taiwan op zeer korte termijn niet waarschijnlijk lijkt, kan een dergelijk scenario onder het (levenslange!) Presidentschap van Xi helaas niet meer worden uitgesloten. Zoals mijngroeve.nl eerder vermeldde, zou Taiwan een integraal onderdeel moeten zijn van de nieuwe Indo-Pacific strategieën die recentelijk zijn opgesteld door verschillende EU-lidstaten, waaronder Nederland. https://www.mijngroeve.nl/nl/geschiedenis/taiwan-in-de-hoofdrol/ Brussel zou ook proactiever moeten zijn bij het uitbreiden van de contacten met Taiwan als een teken van steun aan de bevolking en van het belang van het eiland voor de Europese economie. Den Haag en Brussel dienen de toetreding van Taiwan tot de WTO en de WHO volledig en openlijk steunen. De EU zou zelfs moeten overwegen om samen met andere westerse landen toe te werken naar een officiële steunverklaring voor Taiwan als Xi niet terugdeinst. En Brussel zou zo snel mogelijk zijn commerciële banden met gelijkgestemde landen in de Indo-Pacific-regio moeten uitbreiden. Ten slotte zou de Europese Commissie met een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring moeten komen dat de sancties van China tegen EP-leden niet zullen worden getolereerd en de ratificatie van de onlangs gesloten investeringsovereenkomst (CAI) met de VRC sowieso in de weg zal staan. https://www.mijngroeve.nl/nl/geschiedenis/voor-het-blok-eu-china-investeringsakkoord-ratificatie/

Nederlands fregat

In wat misschien kan worden beschouwd als een eerste indicatie van een formeel veranderende Nederlandse positie tegenover Beijing, bevestigde Den Haag ongeveer een maand geleden dat het fregat Zr. Ms. Evertsen later dit jaar Japan zal bezoeken en ook de door China opgeëiste Zuid-Chinese Zee zal varen. Het fregat zal deel uitmaken van een Britse vlootsquadron, dat over enkele weken naar het Verre Oosten zal vertrekken. Eerder ging het gerucht https://www.mijngroeve.nl/nl/geschiedenis/xi-is-de-mol/ dat de Nederlandse regering aarzelde om de Evertsen helemaal naar Japan te laten varen en het bij Indonesië zou laten omkeren om een doorvaart door de Zuid-Chinese Zee te vermijden uit angst voor represailles vanuit Beijing. Misschien werd de uiteindelijke beslissing van Den Haag beïnvloed door het feit dat ook Frankrijk, Duitsland en Canada hebben besloten om marineschepen naar deze wateren te sturen om het belang van vrije doorvaart tegenover China te onderstrepen. Het Nederlandse Ministerie van Defensie heeft echter benadrukt dat het fregat niet door de Straat van Taiwan zal reizen …

De EU is de vijfde handelspartner van Taiwan, terwijl Taiwan de vijfde grootste partner van de EU in Azië is. Het eiland is de vierde exportbestemming van Nederland in Azië en we zijn de tweede handelspartner van Taiwan binnen de EU en de op een na grootste buitenlandse investeerder. De Nederlands-Taiwanese handelsrelatie betreft veelal hightech, apparatuur (ASML!) en elektronica onderdelen. Den Haag heeft aangegeven geen noodzaak te zien om deze band verder te verankeren in bijv. een bilaterale handelsovereenkomst tussen de EU en Taiwan, de opeenvolgende kabinetten Rutte hebben er de voorkeur aan gegeven om de relaties “low profile” te houden in lijn met het zogenaamde ‘ ‘Één China-beleid’: op deze manier heeft men bijv. buiten het nieuws weten te houden dat Nederland tienduizenden Corona-vaccins naar Taipei heeft verscheept als teken van onze langdurige vriendschap. Den Haag zou niettemin serieus met anderen in Europa moeten bestuderen en overwegen of een meer prominente zakelijke relatie van de EU met Taipei niet als een veel betere afschrikking tegenover Beijing zou kunnen werken dan het traditionele low-profile gebeuren.

Westerse solidariteit

Als de VRC haar agressieve houding niet afzwakt, zal het interessant zijn om te zien hoeveel solidariteit er werkelijk zal zijn in het Westen. De Covid-19-crisis heeft aangetoond dat deze solidariteit zwak en kwetsbaar is, wat zeker niet onopgemerkt is gebleven bij de CCP. Hoe nauw zal bijv. de afstemming en coördinatie tussen de VS en de EU tenslotte blijken te zijn op economisch gebied ten aanzien van China of met betrekking tot prangende kwesties van gemeenschappelijk strategisch belang?

De echte militaire afschrikking jegens China rust bijna volledig op de schouders van Washington. Europese leiders waren/zijn bang om meegesleurd te worden in ‘een Amerikaanse kruistocht tegen China’, maar zijn tot nu toe niet in staat gebleken om met hun eigen overtuigende alternatieven te komen om Beijing af te houden van meer agressie. Het gebrek aan een krachtig EU-antwoord na Xi’s ‘annexatie’ van Hong Kong heeft gediend als een dieptepunt in het ogenschijnlijk verlenen van prioriteit aan soepele economische betrekkingen (CAI) boven het verdedigen van waarden. Xi moet het hebben geïnterpreteerd als een teken van Europese zwakte, wat de overtuiging van China heeft versterkt dat Europa zijn economische invloed op de Volksrepubliek niet wil of kan benutten.

Xi’s percepties

Dit soort percepties zou de toekomstige Chinese besluitvorming kunnen beïnvloeden. Xi zal zich keer op keer afvragen hoeveel militaire pijn de VS de VRC echt zou kunnen bezorgen in het geval van een Chinese invasie van Taiwan. Hoe toegewijd zal de VS zijn om terug te slaan? En hoe lang zou China in een dergelijk scenario economisch geïsoleerd blijven van de wereldgemeenschap? Op basis van zijn ervaring met Hong Kong zou Xi de indruk kunnen hebben dat Beijing met veel weg kan komen …

Maar politiek, economie, technologie en veiligheid versmelten steeds meer, wat uiteindelijk de westerse regeringen en bedrijven onder zware druk zou kunnen zetten om partij te kiezen in het Amerikaans-Chinese geschil. De voornamelijk op het bedrijfsleven gerichte China-strategie van de EU zal zeker niet meer volstaan, Brussel kan niet langer slechts een toeschouwer zijn. Slimme Europese bedrijven hebben waarschijnlijk al door dat China zowel hun beste klant als grootste bedreiging is. Ze zien ongetwijfeld wat er op hen afkomt, hoewel ze het grote geld dat ze daar nog steeds verdienen vanzelfsprekend niet zomaar willen en zullen opgeven. Maar ook zij realiseren zich dat het waarschijnlijk niet meer zal volstaan om je louter gedrukt te houden in de oplaaiende spanningen. Het zal voor de nodige Europese bedrijven een uitdaging worden om de komende maanden / jaren politieke controverses met betrekking tot China te kunnen ontlopen …

Baanbrekende Chinese diplomatie

Minister van Buitenlandse Zaken Wang Yi benadrukte tijdens een recente persconferentie dat 2021 ‘een jaar van baanbrekende betekenis’ zal zijn voor de Chinese diplomatie. Het zou inderdaad een historisch jaar kunnen worden, maar niet om de redenen die Wang Yi voor ogen had. In plaats van een uitbreiding van China’s invloed en benadering van mondiaal bestuur, zou 2021 het keerpunt kunnen markeren waarop de VRC een hoge prijs zal gaan betalen voor haar toenemende toevlucht tot intimiderende en vergeldende vormen van diplomatie en agressief gedrag.

Het wereldwijde merk China loopt meer gevaar dan ooit om permanent te worden aangetast en beschadigd, waardoor de langetermijndoelen van de VRC om strategische internationale partnerschappen op te bouwen en bij te dragen aan de wereldwijde stabiliteit, worden gedwarsboomd.

Ambassadeur Tan Jian kan maar beter twee keer nadenken over hoe hij de komende ontmoeting met Nederlandse parlementariërs zou willen leiden. Hij kan maar beter beseffen dat het doel van de parlementsleden niet is om het economische succes van China te ondermijnen, maar om de VRC om te vormen of terug te brengen tot een verantwoordelijke belanghebbende in de op regels gebaseerde internationale orde. Als de ambassadeur echter kiest voor een rol als ‘wolf warrior’, voorspel ik dat het Nederlandse parlement het toekomstige kabinet zal aansporen tot snellere invoering van in ieder geval enkele van de in mijn eerdere post al beschreven mogelijke (tegen) maatregelen, wat zou kunnen resulteren in een ernstige verzuring van de Nederlands-Chinese relaties… https://www.mijngroeve.nl/nl/geschiedenis/holland-china-in-2021-2/

propaganda poster 2013: a waving Xi Jinping in front of the uninhabited Diaoyu/Senkaku Islands (钓鱼岛/尖閣諸島), fiercely disputed between China and Japan, and China’s first aircraft carrier, the Liaoning (辽宁舰). © No copyright infringement intended. All rights belong to their respective copyright owners , refer https://chineseposters.net/posters/e37-724

.

.