II: 4 Juni 1989_Kraker van de week #12_ Cui Jian_”Ik heb helemaal niets”

Cui Jian, “一无所有/yīwúsuǒyǒu /Nothing to my name/Ik Heb Helemaal Niets”, 1989 © No copyright infringement intended. All rights belong to their respective copyright owners ,

Het open-deur beleid van Deng Xiaoping heeft in de jaren ’80 een aantal neveneffecten die de Chinese overheid nauwelijks voorziet. Op het hoogtepunt van de Chinese hervormingen in de jaren ’80 – zo tussen 1986 – 1989, ontstaat er in Beijing bijvoorbeeld een Chinese rockscene, een groep van 40 Chinese muzikanten beïnvloed door Westerse rock-muziek. Muziek in China bestaat tot op dat moment uit patriotistische gezangen, klassieke (Chinese) stukken en opera of wat zoetsappige ballades uit Taiwan en Hong Kong, alles meestal alleen verkrijgbaar op cassette.

Cui Jian is de belangrijkste exponent van deze opbloeiende Chinese rock-scene. Hij wordt beschouwd als “the godfather of Chinese Rock & Roll”. Geboren in 1961 en van etnisch Koreaanse (chaoxianzu) komaf, doch woonachtig in Beijing, dus niet zoals de meeste Koreaanse Chinezen in de grensstreek met Noord-Korea.

https://www.mijngroeve.nl/geschiedenis/grensgevallen-yanbian_het-3de-korea/

Hij leert trompet spelen van zijn vader, zelf een getraind trompettist: in 1981 wordt Cui Jian lid van het Beijing Symfonie Orkest. Via vrinden en contacten met buitenlandse studenten krijgt Cui Jian de beschikking over cassettes met Westerse pop- en rock-muziek, dat door de overheid in het zich voorzichtig openstellende China nog steeds wordt geweerd. Hij raakt bekend met de songs van Simon en Garfunkel, de Rolling Stones, Peter Gabriel, The Police, Talking Heads, Bob Marley etc. Cui Jian wil niets liever dan een eigen band oprichten die eigentijdse rock muziek gaat maken, een noviteit in zijn land. Hij wil artistieke vrijheid om te maken wat -ie wil, al durft hij zijn vaste baan bij het symfonie orkest nog niet op te geven.

Dat doet hij pas nadat in 1986 zijn liedje “Ik heb helemaal niets” oftewel “niets op mijn naam” ( “一无所有 /yiwusouyou/Nothing to my name”, voor de gehele vertaling zie einde van dit artikel) een publieksfavoriet wordt bij een talentenjacht met verschillende acts in een stadion in Beijing dat live op de nationale TV wordt uitgezonden. De autoriteiten staan het evenement toe om de hervormingsgezindheid van de communistische partij te benadrukken. Cui Jian’s optreden waarin hij verkleedt als eenvoudig Chinees boertje zijn rockballade zingt maakt op de aanwezigen en TV-kijkers een verpletterende indruk.

De band ADO met daarin 2 buitenlanders wordt Cui Jian’s begeleidingsband voor een daaropvolgende binnen- en buitenlandse toernee. Buitenlandse studenten in Beijing leren ook geleidelijk de Chinese rockers kennen in deze korte periode van relatief grote culturele vrijheid. Eén van van die buitenlanders is een jonge sinoloog en gitarist uit Nederland: Jeroen den Hengst, anno 2019 beter bekend als de echtgenoot en muzikale begeleider van zangeres Monique Klemann (van Lois Lane faam, zie ook 2016 youtube clip beneden). Voor zijn herinneringen aan de opmerkelijke Chinese rock-scene van mid-jaren ’80, ga naar https://www.whatsonweibo.com/the-early-days-of-rock-in-china-interview-with-sinologist-hardrocker-jeroen-den-hengst/

Cui JIan rond 1989 foto © copyright unknown
No copyright infringement intended. All rights belong to their respective copyright owners.

Cui Jian brengt in 1989 met zijn band zijn eerste album uit: “Rock and Roll on the New Long March”, met daarop ondermeer “ik heb helemaal niets.” Dit nummer wordt hét anthem en strijdlied van de protesterende studenten op het Plein van de Hemelse Vrede in het voorjaar van 1989. In mei hangt er op het Plein nog een bijna Woodstock-achtige stemming van vrede en harmonie, tegen het eind van de maand wordt de sfeer tussen regering en demonstranten steeds grimmiger. Cui Jian begeeft zich regelmatig op het Plein onder de studenten voordat de protesten op 4 juni een gewelddadig einde kennen.

Cui Jian ziet zichzelf bovenal als rock & roller en entertainer, niet zozeer als protestzanger of leider van een democratische beweging. Zijn teksten zijn niet uitgesproken of openlijk anti-communistisch, meer dubbelzinnig en suggestief. Zijn attitude en ruige, stoere uiterlijk spreken boekdelen, hier hebben we te maken met een sterke persoonlijkheid. Zijn relatieve bekendheid en connecties met buitenlanders voorkomen wellicht dat hem na 4 juni 1989 hetzelfde lot wacht als de aanvoerders der demonstranten die worden gevangen gezet, gemarteld of verbannen. Wel wordt het Cui Jian voorlopig onmogelijk gemaakt om als rock artiest in China op te treden.

Cui Jian – Fake Monk (崔健 – 假行僧), 1989 © No copyright infringement intended. All rights belong to their respective copyright owners ,
Cui Jian – Let Me Sleep (崔健 – 让我睡个好觉), 1989 © No copyright infringement intended. All rights belong to their respective copyright owners ,

Wanneer ik in augustus 1990 in Beijing arriveer ben ik alleen bekend met de naam Cui Jian, niet met zijn muzikale werk. Ik weet via mijn Franse kamergenoot een cassette van zijn eerste album te bemachtigen. Deze Fransman Xavier studeert al een jaar Chinees aan Beiwai en is zijn vrije tijd jazz drummer. Het culturele leven is in Beijing in 1990 bijna doodgeslagen: de stad gaat gebukt onder een heropvoedingscampagne met veel old-school communistische propaganda en evenementen. Alleen instrumentale, onschuldige jazz is sporadisch in enkele Westerse hotels te vinden.

Cui Jian poogt als jazz-trompettist aan de bak te komen: één van zijn concertplekken is de Franse bistro “Maxim’s”, een kopie van het Parijse Maxim’s, te vinden in een hotel op 2 Chongwenmen Xidajie, 5km ten zuiden van het plein van de Hemelse Vrede. Hij speelt heel soms mee met het Franse jazztrio in Maxim’s, waarvan mijn kamergenoot dus de drummer is. De concerten met Cui Jian vinden zeer onregelmatig plaats, en worden pas op het laatste moment bekend gemaakt. Ik kan helaas nooit zo’n concertje van de jazz trompettist Cui meemaken. Afgaande op de woorden van mijn kamergenoot heeft Cui Jian, die hij als een toffe gast omschrijft, wel wat moeite om zich de jazz aanpak en het bebop repertoire eigen te maken.

Drummer Xavier, bovenste rij 4de van links, direct naast mijzelf bij een Xinjiang/moslim restaurant op Beiwai campus. Foto Zomer 1991. Helaas, ik heb geen foto van hem in drum-actie!

Cui Jian blijft tot zeker midden-jaren ’90 onregelmatig in de Maxim’s in Beijing optreden. Zijn jaren ’80 en ’90 songs zijn nergens op de radio of tv te horen en zien. Als in de 2de helft van de jaren ’90 een nieuwe (economische) hervormingsgolf over het land rolt, wordt het Cui Jian eindelijk door de overheid toegestaan om buiten Beijing weer zijn rock-concerten te houden. Vanaf 2000 mag hij dat ook weer in Beijing doen. De rock-scene in Beijing is ondertussen gemarginaliseerd: een groot aantal rockers heeft voor een burgerleven gekozen, enkelen zijn de doodlopende weg van zelfdestructie ingeslagen.

links, Cui Jian de jazztrompettist in Maxim’s Beijing 1994, foto van website: ©
https://u.osu.edu/mclc/2016/01/27/25-years-of-jazz-in-china/ No copyright infringement intended. All rights belong to their respective copyright owners.

Bij terugluistering van Cui Jian’s album en hit kan men ze gemakkelijk en laatdunkend afdoen als een goedkope poging om Westerse popmuziek te imiteren. Cui Jian is zich altijd bewust geweest van dat gevaar en zijn allereerste album bevat dan ook al Chinese instrumenten en lokale folkinvloeden om die valkuil te vermijden. Zijn eerste, baanbrekende werk moet echter vooral worden gezien in de kontekst van wat ze teweeg brengt: een ongekend gevoel van saamhorigheid, kracht, hoop en rebellie onder demonstrerende jongeren tegen oppermachtige autoriteiten, dat sindsdien in China door geen enkele muzikant meer is geëvenaard. Zijn songs weerspiegelen voortreffelijk het dan alom heersende gevoel van ontevredenheid en de hunkering naar verandering en vrijheid. Rock & Roll in haar meest pure vorm.

In 2000 ontvangt Cui Jian de Prins Claus Award voor zijn culturele en muzikale verdiensten voor China. Hij ontwikkelt zich verder als rock- en popmuzikant, waagt zich aan experimentele muziek en treedt regelmatig in het binnen-en buitenland op. Hij maakt zelfs films en filmmuziek. Buitenlandse artiesten zoals The Rolling Stones en Public Enemy vragen hem op het podium gedurende hun toernees in Beijing. De CCP staat mondjesmaat zulke optredens van grote, buitenlandse acts toe. Vanwege zijn buitenlandse bekendheid en waardering is het overigens moeilijk voor de overheid om Cui Jian de mond te snoeren. Men wil voorkomen dat ie een martelaar wordt: men laat hem met rust zolang zijn teksten maar niet te kritisch worden.

Cui Jian blijft in China wonen en zoekt naar manieren om binnen de grenzen van het systeem zijn eigen stem te laten horen. Hij tracht te leven en omgaan met de realiteit van de almacht van de communistische partij, terwijl hij ziet dat het land economisch grote stappen maakt. Hij is zich bewust dat het gros van de bevolking zich meer bekommert om economische vooruitgang dan om politieke, artistieke en persoonlijke vrijheden (zie ook 2014 interview https://www.theepochtimes.com/chinese-rock-stars-film-balances-fear-and-sincerity_498367.html ). De rocker doet onveranderd zijn eigen ding, al weet hij geen nieuw jong publiek meer aan te boren. Tegelijkertijd beseft hij dat zelfcensuur voortdurend op de loer ligt net zoals het gevaar om ingekapseld te worden door de manipulerende Communistische partij. Hij moet soms schipperen in zijn pogingen zijn persoonlijke en artistieke integriteit te behouden.

Voor een verslag van een gastoptreden bij de Rolling Stones in 2006, zie https://www.spokesman.com/stories/2006/apr/09/stones-deliver-satisfaction-despite-shanghais/

Voor het merendeel van de huidige Chinese jeugd is Cui Jian echter een fossiel uit de oudheid: die meerderheid prefereert de inhoudsloze Aziatische pop of Voice of China rotzooi. Ze zijn niet op de hoogte van of geïnteresseerd in de gebeurtenissen van 4 Juni 1989, die tot op de dag van vandaag een taboe zijn in de Chinese media. Rock en heavy metal bands bestaan nog wel in China, maar geen van hen heeft de impact van Cui Jian met zijn song “ik heb helemaal niets”. De welvaart in China is enorm gegroeid en de steden bieden volop entertainment, maar echte vrijheid kent men niet. De inmenging door de overheid is groot, grillig en onvoorspelbaar. De surveillance staat is in China inmiddels met moderne technologie geperfectioneerd. De druk voor Chinese jongeren om te presteren is enorm. Onaangepast gedrag is zeer risicovol. Wie faalt of tegen de overheid ingaat riskeert sociale hoon en uitsluiting, boetedoening en/of een fikse straf. Nationalisme voert de boventoon, zelfkritiek en reflectie zijn zeldzaam, eenzelfde tendens als elders in de wereld. Cui Jian ziet het ongetwijfeld met lede ogen aan, maar het weerhoudt hem niet om als artiest te blijven doorgaan. Gelukkig leeft zijn anthem song ook voort al heeft mijn cassettebandje het jammer genoeg niet overleeft!

PS:

  1. De Franse drummer Xavier (ik heb zijn achternaam niet meer kunnen vinden) keert in 1991 terug naar Europa met zijn Duitse vriendin die dan in verwachting is. Ik heb het contact met dit koppel verloren.
  2. Wil je meer weten over jeugdculturen, de pop en rock scene in China kijk eens op de site van hoogleraar jeroen de kloet http://jeroendekloet.nl/ en ook
  3. http://china2025.nl/
  4. https://www.whatsonweibo.com/the-early-days-of-rock-in-china-interview-with-sinologist-hardrocker-jeroen-den-hengst/

Lyrics “Ik Heb Helemaal Niets/Nothing to my name”

我曾经问个不休 Wǒ céngjīng wèn gè bùxiū I have asked endlessly,

你何时跟我走 nǐ héshí gēn wǒ zǒu when will you go with me?

可你却总是笑我,一无所有 Kě nǐ què zǒng shì xiào wǒ, yīwúsuǒyǒu But you always laugh at me, for having nothing to my name.

我要给你我的追求 Wǒ yào gěi nǐ wǒ de zhuīqiú I want to give you my dreams [goals] ,

还有我的自由 hái yǒu wǒ de zìyóu and my freedom,

可你却总是笑我,一无所有 kě nǐ què zǒng shì xiào wǒ, yīwúsuǒyǒu but you always laugh at me, for having nothing.

噢……你何时跟我走 Ō……nǐ héshí gēn wǒ zǒu Oh! When will you go with me?

噢……你何时跟我走 Ō……nǐ héshí gēn wǒ zǒu Oh! When will you go with me?

[drums come in fully]

脚下这地在走 Jiǎoxià zhè de zài zǒu The ground beneath my feet is moving,

身边那水在流 shēnbiān nà shuǐ zài liú the water by my side is flowing,

可你却总是笑我,一无所有 Kě nǐ què zǒng shì xiào wǒ, yīwúsuǒyǒu but you always laugh at me, for having nothing.

为何你总笑个没够 Wèihé nǐ zǒng xiào gè méi gòu Why is your laughter never enough? [Why does your laughter never end?]

为何我总要追求 Wèihé wǒ zǒng yào zhuīqiú Why do I always have to chase you?

难道在你面前 Nándào zài nǐ miànqián Could it be that in front of you

我永远是一无所有 wǒ yǒngyuǎn shì yīwúsuǒyǒu I forever have nothing to my name.

噢……你何时跟我走 Ō……nǐ héshí gēn wǒ zǒu Oh! When will you go with me?

噢……你何时跟我走 Ō……nǐ héshí gēn wǒ zǒu Oh! When will you go with me?

[instrumental solo]

告诉你我等了很久 Gàosu nǐ wǒ děngle hěnjiǔ I tell you I’ve waited a long time,

告诉你我最后的要求 gàosu nǐ wǒ zuìhòu de yāoqiú I give you my final request,

我要抓起你的双手 wǒ yào zhuā qǐ nǐ de shuāng shǒu I want to take your hands,

你这就跟我走 nǐ zhè jiù gēn wǒ zǒu and then you’ll go with me.

这时你的手在颤抖 Zhèshí nǐ de shǒu zài chàndǒu This time your hands are trembling,

这时你的泪在流 zhèshí nǐ de lèi zài liú this time your tears are flowing.

莫非你是在告诉我 Mòfēi nǐ shì zài gàosu wǒ Could it be that you’re telling me,

你爱我一无所有 nǐ ài wǒ yīwúsuǒyǒu you love me with nothing to me name?

噢……你这就跟我走 Ō……nǐ zhè jiù gēn wǒ zǒu Oh! Now you will go with me!

噢……你这就跟我走 Ō……nǐ zhè jiù gēn wǒ zǒu Oh! Now you will go with me!

[instrumental solo]

噢……你这就跟我走 Ō……nǐ zhè jiù gēn wǒ zǒu Oh! Now you will go with me!

Cui Jian – Rock ‘N’ Roll on the New Long March (崔健 – 新长征路上的摇滚), 1989
Cui Jian – Do It All Over Again (崔健 – 从头再来), 1989

Rocker en sinoloog Jeroen den Hengst heeft nog een speciale band met China en treedt er soms op met zijn vrouw Monique Klemann. Ze maakt in 2016 een liedje met de Chinese Jazz zanger Coco Zhao (1977)

Monique Klemann & Coco Zhao de jazz zanger uit China, “COOOL” PHONOGRAPHIC COPYRIGHT & © 2016 ZIP RECORDS No copyright infringement intended. All rights belong to their respective copyright owners.