poster: “飞到星星去 , fei dao xing xing qu, flying to the stars”, late 1950’s, designer Yang Furu, https://chineseposters.net/posters/e37-316 © No copyright infringement intended. All rights belong to their respective copyright owners
17 Januari 2023_Het China-beleid van de Nederlandse overheid is sinds 2019 verwoord in een drietal notities door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Die notities geven een indicatie van hoe de Nederlandse regering onder invloed van de veranderende geopolitieke verhoudingen haar beleid – schoorvoetend en weifelend- heeft trachten aan te passen aan de nieuwe realiteit. Die realiteit is dat we zijn beland in een -naar zich laat aanzien- langdurige periode van systeemrivaliteit met de VRC, die in toenemende mate en vol trots haar (militaire) spierballen aan de wereld wenst te tonen. Onder president Xi Jinping is China opgeschoven van zijn eerdere positie als ‘rule-taker’ en status-quo-bewaarder bij de VN en op het internationale toneel tot een assertieve ‘rule-maker’, die luidkeels wereldwijd respect opeist dan wel wil afdwingen.
China-notitie mei 2019
Terwijl in 2019 onder de Trump regering de Amerikaanse relatie met de VRC in rap tempo verslechterde en een gedeeltelijke ontkoppeling tussen de economieën van China en de VS zich begon te voltrekken, had de China-notitie van onze minister van buitenlandse zaken Blok in mei 2019 het vooral nog over kansen in de betrekkingen met China die verzilverd dienden te worden door deuren in Beijing te openen en samenwerking te stimuleren op basis van gedeelde belangen. Tegelijkertijd moest Nederland oog hebben voor de uitdagingen waar China ons voor stelde, aldus dezelfde notitie. Want hoewel China op korte termijn militair geen bedreiging zou vormen voor ons land, dienden de economische- en cyberveiligheid wel te worden gewaarborgd. Of zoals het kabinet het formuleerde: “Open waar het kan, beschermen waar het moet”
Deze Nederlandse stellingname sloot aan bij de “Strategic Outlook” van de EU in Maart 2019 waarin China werd gepresenteerd als een partner voor samenwerking en onderhandeling, een economische concurrent en een systeemrivaal. Die laatste toevoeging was nieuw in de Europese beoordeling van de verhoudingen met de Volksrepubliek en een eerste erkenning van het veranderende geopolitieke klimaat alsmede het eerste, formele signaal van een meer bezorgde Europese kijk op Xi’s China. Die toevoeging leidde niet verwonderlijk tot groot ongenoegen in Beijing. Vanzelfsprekend zag het bewind van Xi zichzelf allerminst als een rivaal, maar juist als een uiterst verantwoordelijke speler in het multilaterale stelsel, die slechts zijn rechtmatige positie op het internationale toneel kwam her-innemen na ‘de eeuw van vernederingen’ door de koloniale machten (1839-1949).
Stille hoop
Er werd gesteld dat de Nederlandse en Europese doelstelling zou zijn om een balans te houden tussen al deze rollen van de VRC en tussen al die kansen en risico’s. Maar Europese landen zoals Nederland en Duitsland die het meeste handel dreven met China leken in 2019 toch vooral stiekem de hoop te koesteren dat partnerschap de boventoon zou voeren in de betrekkingen met Beijing, waardoor de twee andere elementen de verhoudingen minder zouden belasten. De veronderstelling dat het China van Xi dankzij de verziekte relatie met Trump’s Amerika zich constructief zou willen opstellen tegen een in principe veel welwillender Europa leek ten grondslag te liggen aan deze hoop.
Mijngroeve.nl was echter van mening dat in 2019 de systeemrivaliteit al zo diep in de internationale verhoudingen was doorgedrongen, dat het door de EU gewenste partnerschap met China in het gedrang zou komen en de verhoopte balans voornamelijk wishful thinking. De ontsproten ‘Amerikaans-Chinese handelsoorlog’ was/is immers in werkelijkheid een geopolitieke technologie-oorlog en een botsing van waardensystemen en ideologieën met een wereldwijde impact: de winnaar in deze oorlog bepaalt naar verwachting grotendeels de koers en het karakter van het multilaterale systeem en de internationale orde. Xi Jinping zelf wond er in 2017 geen doekjes om: “Technologie is de kern van het vermogen om oorlog te voeren”.
ASML
Mijngroeve beschreef al vroegtijdig hoe Nederland en in het bijzonder ASML betrokken zouden raken bij deze geopolitieke strijd en de Nederlandse overheid zou dwingen haar exportcontrole beleid te herzien en aan te scherpen om ongewenste technologie- en kennisoverdracht naar China te voorkomen in het kader van onze nationale veiligheid. Hoe de balans in de relatie met Beijing te behouden als het geopolitieke klimaat juist steeds meer leek te vragen om een duidelijke stellingname?
De Nederlandse en Europese hoop leek ook te zijn gestoeld op de hardnekkige gedachte dat zolang economie en politiek maar gescheiden zouden worden gehouden in het overleg met China, de eerste zou kunnen floreren en vanzelf zou uitmonden in betere politieke relaties. Op deze manier poogden Europese -en ook Amerikaanse beleidsmakers- jarenlang mensenrechten te scheiden van commerciële en andere belangen in de discussie met Beijing.
Terwijl de handel groeide werd niettemin de mensenrechtensituatie in de Volksrepubliek steeds penibeler. De dreiging van commerciële vergelding door China in geval van kritiek resulteerde vervolgens in “preventieve gehoorzaamheid” en zelfs zelfcensuur in de nodige bestuurskamers en overheidsgebouwen van Europa. Zonder vriendelijke politieke relaties geen goeie economische relaties met de VRC, werd allengs de boodschap.
Samenwerking werd bijna een doel op zichzelf. Europese regeringen en bedrijven sloten regelmatig hand in hand compromissen met Beijing ten faveure van economische belangen, waarbij de immer verdergaande beknotting van vrijheden in de Volksrepubliek onder het neo-totalitaire bewind van Xi op de koop toe werden genomen.
Xi in 2020
Dat Xi geenszins van plan was om zich constructief op te stellen bleek overduidelijk in 2020. Eerst veegde hij de uitbraak van Corona in China onder het tapijt om vervolgens tijdens de piek van de pandemie in het Westen in juli 2020 de National Security Law in Hongkong in te voeren. Bezijdens wat slappe uitingen van bezorgdheid ondernam de EU niets om haar afkeuring te laten blijken over Xi’s ontmanteling van de laatste restjes democratie, onafhankelijke rechtsspraak en vrije journalistiek in de stadsstaat. Geen enkele sanctie of maatregel volgde tegen Xi’s regime of een van zijn collaborateurs in Hongkong: de Europese afhankelijkheid van Chinese medische apparatuur en mondkapjes beperkte klaarblijkelijk de speelruimte in de ogen van onze Europese politieke leiders.
Om juist de grote betekenis van China als partner te onderstrepen besloten Merkel en Macron aan het eind van 2020 nog snel het investeringsakkoord (CAI) met China er doorheen te jassen: een merkwaardige timing , vooral in het licht van de toenemende internationale en Europese verontwaardiging over de misstanden in Xinjiang en Hongkong.
Deze welwillende Europese houding richting Beijing betaalde zich evenwel niet uit: politiek en economie bleken in communistisch China inderdaad onlosmakelijk met elkaar verbonden. Nationale (Sjoerdsma) en Europese parlementsleden kwamen onder Chinese sancties te staan na kritiek op China’s Xinjiang beleid en de invoering van enkele Europese sancties tegen lokale Chinese functionarissen. Ratificatie van de CAI werd daarop opgeschort omdat een grote meerderheid van Europese en nationale parlementariers weigerden het investeringsakkoord te accorderen onder deze omstandigheden…
2021
De EU en ook de Nederlandse regering hielden niettemin vast aan het mantra van China als partner, concurrent en systeemrivaal, nog steeds in dezelfde volgorde in 2021. Er volgde een nieuwe China notitie in 2021, waar wel wat meer kanttekeningen werden geplaatst. Zo schreef toenmalig Minister van Buza Kaag: “Mensenrechten, veiligheid en economie in relatie tot China kunnen niet in isolatie worden gezien en acties op het ene gebied kunnen directe gevolgen hebben voor het andere. Geïntegreerd beleid is derhalve cruciaal. Rijksbreed wordt momenteel nauw samengewerkt t.a.v. China via de China Taskforce, op een hoger niveau en met een hogere frequentie dan voorheen…Juist omdat Nederland en de EU op zoveel terreinen niet om China heen kunnen, zet het kabinet actief in op het effectief adresseren van fundamentele verschillen om zo de samenwerking met China als partner, concurrent en systeemrivaal optimaal vorm te kunnen blijven geven.”
Die optimale samenwerking werd in 2022 wederom door Xi doorkruist door het sluiten van het ‘Chinees-Russische partnerschap zonder grenzen’ en de daarop volgende Russische invasie van de Oekraine. De Chinese media volgden en verspreidden de Russisch propaganda en legden de schuld bij het Westen, in het bijzonder bij de VS en de NAVO. Xi zette in op een ‘pro Russische neutraliteit’, waarbij Westerse commentatoren graag wijzen op Beijing’s terughoudende benadering in het conflict gezien het feit dat China tot dusver -voor zover bekend althans- heeft afgezien van wapenleveranties aan Moskou.
China en Rusland
Of die Chinese terughoudendheid gewaarborg blijft als de oorlog voortduurt en Rusland nog meer om wapens en munitie verlegen komt te zitten is allerminst zeker. Moskou en Beijing hebben intussen verscheidene gezamelijke militaire oefeningen achter de rug als onderdeel van hun partnerschap. Coordinatie tussen China en Rusland mbt zgn hybride oorlogsvoering tegen het Westen is tevens een scenario waar steeds meer rekening mee dient te worden gehouden. Tot slot rest ook nog de vraag of China wellicht toch een rol speelt of heeft gespeeld in het Iraanse drone programma. Of is Iran zelfstandig tot de produktie van grote aantallen drones gekomen die door Rusland in de oorlog in Oekraine worden ingezet?
Daarnaast deinsde Xi er natuurlijk niet voor terug om goedkoop en op grote schaal Russisch gas en olie in te slaan ondanks het Westerse sanctiebeleid tegen Moskou. Tot overmaat van ramp werd Europa in de herfst van 2022 ook nog eens opgeschrikt door het nieuws dat China jarenlang illegale politiebureaus in verschillende lidstaten inclusief Nederland runde, van waaruit onder andere activiteiten van Chinese burgers en dissidenten in de gaten werden gehouden. Onderzoek naar de precieze activiteiten is nog gaande, de bureaus zijn naar verluidt gesloten en de Chinese ambassades door de verschillende Europese regeringen “op de vingers getikt”.
Tel daar ook nog eens de voortdurende Chinese cyberattacks, de regelmatige ‘wolf warrior’ taal, de niet aflatende intimidatie van Taiwan, de grensschermutselingen met India, de Chinese expansie in de Zuid Chinese zee en het absurde Chinese Corona-beleid bij op, dan mag de gevolgtrekking toch wel zijn dat we hier met een heel bijzondere ‘partner’ te maken hebben.
China notitie 2023
Dat vond de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken, Hoekstra, klaarblijkelijk ook: hij liet op 13 januari 2023 een nieuwe China notitie het daglicht zien. Schrijft Hoekstra: “Vorig jaar werd al benoemd dat het zwaartepunt in de balans tussen openheid en beschermen, zoals beschreven in de China-notitie van 2019, aan het verschuiven was. Deze trend heeft zich voortgezet. De meervoudige benadering van de EU blijft daarbij van kracht: China als partner, concurrent en systeemrivaal, waarbij de laatste twee meer nadruk krijgen…..Zoals eerder besproken, wordt in 2023 een Joint Economic Committee (JEC) voorzien tussen minister Schreinemacher en de Chinese minister van Handel om de brede economische relatie te bespreken, inclusief handelsbelemmeringen. Hierbij zullen ook de rol van mensenrechten en het belang van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen aan de orde komen.
In het kader van de bilaterale veiligheidsdialoog met China, die voor het eerst werd gehouden in oktober 2020, wil Nederland bijdragen aan het openhouden van communicatiekanalen in turbulente geopolitieke omstandigheden en het verminderen van risico op escalatie bij incidenten. Ondanks de verschillen van inzicht blijft multilaterale samenwerking met China belangrijk, zo niet onmisbaar, zeker als het gaat om bijvoorbeeld het behalen van de mondiale klimaatdoelstellingen.”
China Taskforce
Hoewel de oprichting van de interdepartementale China Taskforce, het China Kennis Netwerk en het China portaal bij hebben gedragen aan een veel grotere bewustwording binnen overheid en bedrijfsleven over de risiko’s van het omgaan met China, lijkt de Nederlandse regering nog te vaak uit te gaan van best case scenario’s. Het Westen inclusief Nederland lijkt soms zijn macht om China te kunnen veranderen te overschatten, terwijl de ambities van het land om de internationale orde vorm te geven stelselmatig zijn onderschat. Er is een disbalans tussen verwachtingen en realiteit, de wens blijkt vaak de vader der gedachte.
Ofschoon mijngroeve.nl het belang van het handhaven van een positieve agenda (bijv mbt klimaatbeleid, voedselveiligheid, gezondheidsproblematiek) in de relatie met Beijing onderkent, luidt ons devies om allereerst de nieuwe realiteit onder ogen zien: zelfs de positieve agendapunten worden door Xi vanuit het (ideologische) dogma van systeemrivaliteit benadert.
Xi’s Corona U-Turn
Zijn recente ommezwaai in het Corona-beleid is een goed voorbeeld. Om een falend Corona-beleid te verhullen gooide hij plotsklaps de grenzen open op het moment dat de infecties al explodeerden. Hij wachtte de reactie van de rest van de wereld af en liet het WHO in het ongewis. De Chinese propaganda machine trad onderwijl met volle snelheid in werking om het werkelijke dodenaantal gerelateerd aan Corona infecties te verhullen en Xi’s onkunde te maskeren.
De Nederlandse reactie op het Chinese besluit liet ook direct zien dat de China Taskforce nog her en der tekortschiet. In de Nederlandse media hadden gezondheidsexperts de overhand die uitlegden dat testen van Chinese toeristen weinig zoden aan de dijk zou zetten en dat de Europese bevolking voldoende immuniteit had opgebouwd waardoor er niet gevreesd hoefde te worden voor de komst van Chinese toeristen.
Die uitleg vormde helaas maar een kant van de medaille. Xi’s ommekeer werd niet gedreven door gezondheidsoverwegingen of compassie met het lot van de eigen bevolking of de mensen elders in de wereld. Zijn plotselinge switch was feitelijk een grote middelvinger naar multilaterale samenwerking op gezondheidsgebied. Vanaf het begin heeft hij het Chinese corona-beleid gepolitiseerd om de superieuriteit van zijn benadering te demonstreren. In 2022 bleek die superieuriteit uiteindelijk een flop, al poogt het gloeiende Chinese betoog ons nog steeds anders te doen geloven.
Battle of Narratives
In de systeemrivaliteit is de ‘battle of the narratives’ een belangrijk element. Vanuit de China Taskforce had de minister van BuZa dus gemaand moeten worden het heft in handen te nemen en een duidelijk signaal af te geven richting Beijing: dat controles en testen op Chinese toeristen volledig gerechtvaardigd zouden zijn, zeker zolang de Chinese statistieken over het aantal infecties, de virus varianten en doden volledig intransparant en onbetrouwbaar over zouden komen. En niet in de laatste plaats omdat China bijna 3 jaar lang geen buitenlander in zijn land had toegelaten zonder eerst een test af te nemen of te eisen.
Bovendien zou Nederland en de EU met zo’n maatregel een drukmiddel in handen hebben gehad om de Chinese overheid te manen tot grotere transparantie en multilaterale samenwerking, waardoor tegelijkertijd de absurditeit van het Chinese narratief zou worden blootgelegd. Helaas, ook op Europees niveau bleek men totaal onvoorbereid op Xi’s ‘constructieve’ manoeuvre. Elke lidstaat had zo zijn eigen benadering ten aanzien van Xi’s U-turn, waardoor de EU wederom zichzelf als geopolitieke speler in de voet schoot.
Vanuit Den Haag en Brussel wordt continu gehamerd op het belang van een gemeenschappelijk Europese aanpak richting China. Maar het vooruitzicht op economisch gewin via een snel herstel van het Chinese toerisme leek het in Den Haag en in een aantal andere Europese steden aanvankelijk te winnen van het afgeven van een sterk politiek signaal richting Beijing in deze ‘battle of narratives’. Nederland gaf met haar initiele reactie op Xi’s beslissing een slecht voorbeeld. Het uiteindelijke overkoepelende Europese antwoord werd slechts een aanbeveling riching indivuele lidstaten over mogelijke maatregelen betreffende testen en controles op Chinese toeristen.
Nederland, de EU en geopolitiek denken alsmede met overtuiging en kloek handelen, het blijft een moeizaam verhaal.
De Balans
De Nederlandse China-notities hebben het altijd gehad over de (verschuivende) balans in de verhouding met de VRC. Hoe men die balans precies definieerde of voor zich zag was niet altijd helder. Bij de eerste China notitie in 2019 was de Nederlandse overheid onvoldoende (voor)bereid om de gewenste balans tussen openheid en bescherming eendrachtig, daadkrachtig en voortvarend in de praktijk vorm te geven. Anno 2023 heeft men belangrijke stappen gezet qua bewustwording en wet-en regelreging (bijv Wet VIFO en aanpak van kennisveiligheid in hoger onderwijs en wetenschap* ), al lijkt de nieuwe realiteit nog niet overal te zijn ingedaald.
Men kan zich trouwens afvragen in hoeverre er ooit sprake is geweest van een evenwichtige balans in de relatie met de VRC. De China droom van Xi is sowieso nooit gelijk geweest aan de China droom van Mark Rutte, de Nederlandse overheid of ons bedrijfsleven. De handelsbalans is altijd in het voordeel van China uitgevallen, al werd het overschot aan import door Nederland distibutieland voornamelijk gere-exporteerd waardoor de onvrede over de tekorten hoogstwaarschijnlijk altijd beperkt is gebleven.
Wel heeft onze sterke verwevenheid met China natuurlijk tot flink lagere prijzen geleid voor de Nederlandse consument. Maar het heeft nooit geresulteerd in een werkelijke wederkerigheid in de economische relaties: het Nederlandse bedrijfsleven heeft nooit de toegang tot de Chinese markt en infrastructuur gekregen die het open Nederland decennia lang de Volksrepubliek heeft geboden. Via de gedwongen overdracht van kennis en technologie bij het opzetten van JV’s in China heeft men daarbij ook nog eens de nodige schatten moeten prijsgeven. Er werd lange tijd niets tot weinig gedaan om Chinese overnames van Nederlandse bedrijven in gevoelige en kritische (hi-tech) sectoren te belemmeren. Tenslotte is te lang het gevaar van te grote afhankelijkheid van China voor de levering van kritische grondstoffen en zeldzame metalen onderbelicht gebleven. Pas vrij recentelijk is men in Nederland begonnen om die afhankelijkheden eens gedetailleerd in kaart te brengen.
Het dilemma van BuZa
Het ministerie van BuZa lijkt zich vanaf 2019 vooral zorgen te hebben gemaakt over het dilemma hoe de relatie zo in te richten dat ze enerzijds Nederlandse stakeholders en het parlement goed zou kunnen informeren over de uitdagingen waar China ons land voor stelde en wat daaraan te doen en anderzijds te voorkomen dat dit in een voor Nederland onwenselijke tegenreactie van China zou uitmonden. Begrijpelijkwijs hechtte Den Haag daarbij veel belang aan het coordineren van zijn beleid met de EU als voornaamste platform, waarbij Duitsland als belangrijkste ankerpunt gold en geldt. Maar zoals mijngroeve.nl heeft beschreven liet het China beleid onder Merkel ook veel te wensen over: nog meer dan Den Haag leek Berlijn bevreesd voor de toorn van Beijing in geval van een kritische houding.
Het Nederlandse (en Duitse) optreden in de Huawei soap, uitvoerig beschreven in mijngroeve.nl, is daarvan een treffend voorbeeld. Kenmerkend voor dat verhaal is ook dat het langverwachte rapport van Agentschap Telecom (AT) van EZ over mogelijk afluisteren/spionage van Huawei bij KPN’s dochter Telfort rond 2010 pas afgelopen jaar met een vertraging van meer dan 8 maanden precies tijdens het zomerreces van de Tweede Kamer naar buiten werd gebracht. KPN heeft van AT een boete van 450.000 euro opgelegd gekregen omdat uit het onderzoek was gebleken dat destijds de beveiliging niet op alle onderdelen aan de wettelijke eisen had voldaan. Die tekortkomingen zijn inmiddels verholpen is ons door AT verteld. Veel media-aandacht kreeg het verhaal niet, Kamervragen werden zover mij bekend niet meer gesteld.
Misschien is het goed om hier even te vermelden dat KPN voor zijn 5G RAN apparatuur anno December 2022 nog steeds voor >70% van Huawei afhankelijk is, als we tenminste de meest recente berichten mogen geloven**. Dat lijkt mijngroeve.nl een niet geheel gezonde balans, zeker niet in het kader van het zelfverklaarde overheidsbeleid om afhankelijkheid van leveranciers uit landen die cyberattacks op Nederland uitvoeren drastisch te verminderen. Misschien dat de China Taskforce of AT hier ook nog eens naar kunnen kijken…
In eenzelfde stijl is de EU’s vermeende pragmatisme om China tegelijkertijd als partner, concurrent en systemische rivaal te bestempelen maar al te vaak op een “have your cake and eat it too”-benadering uitgelopen, waarbij moeilijke mensenrechtenkwesties werden benoemd en besproken op laag niveau, terwijl de business op het niveau van de lidstaten gewoon in volle vaart doorging. Ook hier doemt de vraag op of er een juiste balans is tussen economisch gewin en principes, waar Den Haag en Brussel zo zeggen voor te staan.
In andere blogposts heb ik reeds aangegeven wat Nederland en de EU zouden kunnen ondernemen in de relatie met China om de huidige disbalans aan te pakken. Cruciaal is om allereerst de nieuwe realiteit volledig te erkennen: een tijdperk van -waarschijnlijk langdurige- systeemrivaliteit is op ons neergedaald, waarbij een vorm van ‘managed competition’ tussen de VS-China momenteel het best te bereiken resultaat lijkt.
Die rivaliteit hoeft niet per definitie een zero-sum game te zijn. China is inderdaad een deelgenoot en belanghebbende in een aantal mondiale problemen(klimaat, energietransitie, wapenbeheersing, voedselvoorziening), waarin samenwerking niet bij voorbaat is uitgesloten. Of het zich daarbij ook daadwerkelijk als een (betrouwbare) partner zal opstellen en gedragen richting EU en Nederland is zeer twijfelachtig. Tegelijkertijd is een volledige ontkoppeling vanzelfsprekend in niemands belang, als ze op korte termijn uberhaupt al te realiseren zou zijn.
Maar zelfs op de positieve agendapunten moet men voortdurend analyseren, afwegen, inschatten en nagaan welke rol en invloed van China men onvermijdelijk, (on)wenselijk of (on)acceptabel acht in het kader van de systeemrivaliteit en het beheersen van afhankelijkheden. Om een voorbeeld te geven: zou Europa het wenselijk en/of aanvaardbaar vinden als Chinese bedrijven via aanzienlijke staatssubsidies een dominante positie verwerven in de Europese markt voor elektrische auto’s waardoor wij voor de energietransitie onszelf wellicht nog afhankelijker maken van de VRC dan dat we dat al hebben laten gebeuren met de zonnepanelen? Wel een discussie waard, denkt mijngroeve, ook tegen de achtergrond van het bredere vraagstuk omtrent het belang van open markten vs protectionisme en marktwerking vs industrieel beleid.
Hoewel het zeker raadzaam is om een positieve agenda levend te houden, ware het nog beter als Den Haag veel sterker dan tevoren rekening gaat houden met worst case scenario’s en de grilligheid van een Chinese dictator, die in zijn besluitvorming zijn eigen macht, de stabiliteit van de Partij, de soevereiniteit van de Volksrepubliek en zijn droom om de internationale orde te herzien uiteindelijk altijd zal laten prevaleren boven economische overwegingen, het publieke of mondiale belang of zelfs het internationale imago van de CCP.
Open waar het kan, beschermen waar het moet en besluiten waar samenwerking niet (meer) mogelijk is….dat is de taak die centraal is komen te staan voor het kabinet en de interdepartementale China Taskforce in Den Haag, wil men tenminste een nog onbehaaglijkere balans in de relatie met de VRC voorkomen.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
zie bijv ook:
https://www.gmfus.org/news/embedding-human-rights-european-and-us-china-policy
https://www.mijngroeve.nl/nl/geschiedenis/2023-china-in-crisis-2/
https://www.mijngroeve.nl/nl/geschiedenis/de-eu-china-systeem-rivaliteit_ii/
https://www.mijngroeve.nl/nl/geschiedenis/de-eu-china-systeem-rivaliteit_i/
https://www.mijngroeve.nl/nl/geschiedenis/vs-china-de-kille-oorlog/
https://www.mijngroeve.nl/nl/geschiedenis/nederland-huawei-en-5g-wat-nu/
https://www.mijngroeve.nl/nl/geschiedenis/holland-china-in-2021-2/
https://www.mijngroeve.nl/nl/geschiedenis/holland-china-voorspelling-over-de-nieuwe-relatie/
https://www.mijngroeve.nl/nl/geschiedenis/america-first-china-first-de-eu-wait-a-second-2/
https://www.mijngroeve.nl/nl/geschiedenis/america-first-vs-china-first-2/
* de wet VIFO: Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames.
Het doel van dit wetsvoorstel is het vastleggen van regels waarmee risico’s voor de nationale veiligheid, als gevolg van bepaalde verwervingsactiviteiten zoals investeringen en fusies, beheerst kunnen worden. Dit soort verwervingsactiviteiten met betrekking tot vitale aanbieders of ondernemingen die over sensitieve technologie beschikken, kunnen leiden tot risico’s voor de nationale veiligheid. Het gaat met name om het risico op de aantasting van de continuïteit van vitale processen, de aantasting van de integriteit en exclusiviteit van kennis en informatie, en het ontstaan van strategische afhankelijkheden. De veiligheidstoets geldt voor drie soorten bedrijven en organisaties in Nederland: vitale aanbieders, ondernemingen met sensitieve technologie en beheerders van bedrijfscampussen. Over welke ondernemingen en kennis het gaat staat beschreven in de Algemene Maatregel van Bestuur Toepassingsbereik sensitieve technologie (AMvB). De wet heeft een terugwerkende kracht tot 8 september 2020. De Wet vifo gaat naar verwachting in op 1 juli 2023
De VIFO fungeert als een vangnet voor sectoren waar toetsing wenselijk is maar waar nu nog geen specifieke wet voor is. Toepassinqsbereik : De VIFO wordt van toepassing op vitale aanbieders zoals van energie vervoer en in de financiele sector en op ondernemingen met sensitieve technologie zoals ook vastgelegd in exportcontrolelijsten
Beoordelingsfactoren die worden meegenomen in het vaststellen van mogelijke veiligheidsrisico zijn de eigendomsstructuur van de betreffende organisatie, de veiligheidssituatie, de reputatie van de verwerver, de staat van dienst van het land van herkomst. Bij deze laatste factor wordt bijvoorbeeld gekeken of in het land militaire en civiele programma’s gescheiden worden en of er vanuit het land offensieve programma’s bestaan om sensitieve kennis en technologie te verwerven.
Kennisveiligheid: het kabinet heeft maatregelen langs drie lijnen ingezet en werkt aan een (wettelijk) toetsingskader die in de nabije toekomst (2024??) moet worden ingezet. Ook zullen kennisinstellingen worden onderworpen aan audits waarbij zal worden gekeken of zij de kennisveiligheid voldoende waarborgen in lijn met de afgekondigde maatregelen van de overheid.
- Bevorderen bewustzijn en zelfregulering van kennisinstellingen, ondersteund door een landelijke infrastructuur:de Kennisveiligheidsdialoog; de Nationale Leidraad Kennisveiligheid;bestuurlijke afspraken, en het Loket Kennisveiligheid.
- Toetsingskader ongewenste kennis- en technologie overdracht
- Inzet EU en internationaal
** refer https://www.lightreading.com/5g/german-reliance-on-huawei-has-grown-in-5g-era—report/d/d-id/782352