Taiwan: in de hoofdrol

5 December 2020_Het eiland Taiwan is al lange tijd het meest gevoelige onderwerp in de betrekkingen tussen de VS en China en zal waarschijnlijk in 2021 in de schijnwerpers komen te staan. De kwestie Taiwan is een potentieel explosief probleem dat nog nooit is ontploft en daarom niet veel in het nieuws is. Het geschil over het lot van het eiland is zo lang blijven voortsudderen dat het vaak overschaduwd wordt door schijnbaar urgentere problemen, zoals de nucleaire ambities van Noord-Korea, de hereniging op het Koreaanse schiereiland of de grensconflicten tussen India, Pakistan en China.

Voor veel Europeanen is Taiwan nog relatief onbekend terrein. Ik spreek uit persoonlijke ervaring als ik zeg dat sommigen onder hen ten onrechte menen dat Taiwan een deel of een provincie van het communistische China is. Anderen verwarren Taiwan nog steeds met Thailand, geloof ’t of niet. Er is weinig besef van het economische en technologische belang van het eiland met zijn 23 miljoen inwoners en zijn unieke en nogal bizarre internationale status.

Geschiedenis van Taiwan

De geschiedenis leert dat Taiwan (‘Formosa’) oorspronkelijk geen deel uitmaakte van het vasteland van China. De oorspronkelijke bewoners waren inheemse stammen en mensen met Polynesische en Maleisische wortels. Vóór de Ming-dynastie (1368-1644) had het eiland weinig of geen banden met het vasteland van China. De Portugezen en de Nederlanders koloniseerden Taiwan in de 16e tot 17e eeuw, en pas onder de Qing dynastie (1644–1911 n.Chr.) werd het eiland onder keizerlijke bevel tot een protectoraat getransformeerd. Tijdens de 17e eeuw gingen de Han-Chinezen geleidelijk de meerderheid van de bevolking vormen. Taiwan heeft historisch gezien een zeer complexe en onduidelijke status, die wordt onderstreept door een geschiedenis van lokaal verzet tegen de (Han-) Chinese overheersing.

Kaartje copyright © VOA, refereer https://www.voanews.com/press-freedom/taiwan-accredits-surge-foreign-reporters-some-fleeing-china

Terwijl zowel de Chinese communisten onder Mao als de nationalisten (Kuomintang) onder Chiang Kai-shek uiteindelijk zouden beweren dat Taiwan deel uitmaakte van China, benadrukten of zoomden geen van beide partijen in op dit onderwerp tot het einde van de Tweede Wereldoorlog, toen Japan, dat het eiland sinds 1895 had gekoloniseerd, werd verslagen. Het Japanse rijk gaf de controle over Taiwan op, maar droeg het nooit formeel over aan enig land. De nationalisten vluchtten in 1949 naar Taiwan om de Republiek China (ROC) op te richten nadat de communisten onder Mao de burgeroorlog op het vasteland hadden gewonnen en de Volksrepubliek China (VRC) hadden uitgeroepen. Beide regeringen beweerden vervolgens ‘het ware China’ te vertegenwoordigen. Tijdens de Koude Oorlog bouwde het Westen nauwe banden op met de ROC, die zelfs werd toegelaten als permanent lid van de VN-Veiligheidsraad, terwijl het communistische China steeds meer in isolationisme verviel onder het chaotische en catastrofale beleid van Mao.

Taiwan’s ambivalente internationale status

De status van Taiwan werd een prominente kwestie toen de VRC zich begon open te stellen voor het Westen. Beijing weigerde diplomatieke betrekkingen aan te knopen met landen die het ROC zouden (blijven) erkennen. Om het probleem te omzeilen, koos het Westen voor een zogenaamd één-Chinabeleid (One-China policy), waarbij het erkende dat er slechts één soevereine staat was / is onder de naam China, in tegenstelling tot het idee dat er twee staten zijn, de VRC en het ROC, terwijl het ook erkende zich bewust te zijn van de PRC’s opvatting dat Taiwan deel uitmaakt van één enkel China. Het Westen heeft echter nooit de stellingname van de VRC dat Taiwan een ‘onvervreemdbaar deel van de VRC is’ geaccepteerd.

Toen de westerse regeringen diplomatieke betrekkingen aanknoopten met de VRC, verloor het ROC als gevolg daarvan naast zijn zetel in de VN ook zijn internationale erkenning: westerse landen hebben sindsdien alleen maar onofficiële banden met de Republiek China oftewel Taiwan onderhouden. Op deze manier kon het Westen tegelijkertijd relaties opbouwen met de VRC en het ROC, terwijl het streefde naar een vreedzame hereniging onder een benadering van ‘één land en twee systemen’. Bij de kwestie Taiwan gaat het dus niet zozeer om principes van fairness, de internationale status van het eiland wordt immers opzettelijk vaag gehouden uit puur praktische, geopolitieke overwegingen. De groeiende macht en het belang van de VRC en haar vastberadenheid om de internationale erkenning van Taiwan als een soevereine entiteit koste wat het kost te voorkomen, vormen de realiteit waarin het eiland zich nu al decennia lang bevindt.

Taiwan Relations Act

De internationale status van Taiwan is derhalve onopgelost gebleven. Taiwan is geëvolueerd van een militaire dictatuur naar een economisch krachtige democratie, met een hightech-industrie van wereldklasse en de zevende grootste economie in Azië en de 22e grootste ter wereld gebaseerd op koopkrachtpariteit, ondanks dat het niet officieel wordt erkend als een soevereine staat. Een indrukwekkende prestatie. Voor zijn militaire bescherming vertrouwt het op de verklaringen van de VS onder de zogenaamde Taiwan’s Relations Act van 1979, uitgevaardigd door het Amerikaanse Congres, waarin staat dat “de Verenigde Staten militair materiaal en diensten beschikbaar zullen stellen aan Taiwan in een hoeveelheid en omvang die noodzakelijk zijn om het eiland in staat te stellen zichzelf te verdedigen, zoals bepaald door de president en het congres.” Voor Taiwan is de eeuwige vraag: hoe sterk en betrouwbaar is de Amerikaanse belofte om het eiland bescherming te bieden?

De VRC ontwikkelde zich van een eenpartijstaat met een achtergebleven economie tot een eenpartijstaat met een steeds sterkere economie dankzij het zogenaamde opendeurbeleid, de toelating tot de WTO, de ondernemersgeest van het Chinese volk en de gretigheid waarmee het westerse bedrijfsleven de enorme Chinese markt wilde veroveren. Diverse landen en ondernemingen zijn voor hun economische groei inmiddels afhankelijk geworden van deze markt. Onderwijl heeft president Xi de communistische regering hervormd door zichzelf meer macht toe te eigenen dan enige andere leider sinds Mao. Hij is benoemd tot president voor het leven en presenteert zichzelf graag als een globalist op het internationale toneel, terwijl hij zijn thuispubliek voortdurend overlaadt met fel nationalistische boodschappen en propaganda. Constitutionele democratie en universele waarden zoals mensenrechten zijn door kameraad Xi afgedaan als “valse ideologische trends”.

Geopolitieke technologie oorlog

Mijngroeve.nl heeft uitgebreid beschreven hoe de zogenaamde ‘handelsoorlog tussen de VS en China’ in feite een strijd is om technologische dominantie met ingrijpende geopolitieke consequenties, zie bijv. https://www.mijngroeve.nl/nl/geschiedenis/america-first-vs-china-first-2/ en https://www.mijngroeve.nl/nl/geschiedenis/taiwan-gevangen-temidden-van-de-geopolitieke-technologie-oorlog/ Onder Trump groeide het uit tot een luidruchtige botsing van ‘Amerika First versus China First’. Taiwan is betrokken geraakt in dit conflict omdat het cruciale spelers herbergt in de toeleveringsketen van halfgeleiders, zoals ’s werelds # 1 pureplay-foundry TSMC (jaaromzet> $ 40 miljard) en # 3, UMC (> $ 5 miljard jaaromzet), wiens klanten zich in de VS, Europa en de VRC bevinden.

TSMC is de onbetwiste leider in de semiconductor foundry business, het is bijvoorbeeld Intel voorbijgestreefd in technologieontwikkeling en heeft het meest geavanceerde technologieportfolio in huis, waardoor de productie mogelijk is van de ‘leading edge’ chips die worden gebruikt in telecomnetwerken, automotive, A.I., IoT etc. Alle grote westerse elektronicabedrijven worden (in) direct bevoorraad door TSMC. Zelfs Huawei, de Chinese telecomgigant, is afhankelijk van de Taiwanese foundry. TSMC is daarnaast hoofdklant van ASML, de Nederlandse leverancier van lithografische apparatuur. Het succesverhaal van TSMC is vergelijkbaar met de Microsofts en Apples van deze wereld, maar internationaal veel minder bekend omdat het geen consumentenmerk of ‘household name’ is.

TSMC heeft kortom wat de VRC wanhopig wil en nodig heeft: geavanceerde technologie en de beste halfgeleider productiefaciliteiten ter wereld. Het is het zelfverklaarde doel van Voorzitter Xi Jinping om China zelfredzaam te maken in de productie van halfgeleiders en om de Chinese afhankelijkheid van buitenlandse chips te beëindigen . Xi’s probleem: China beschikt niet over zeer geavanceerde fabrieken, apparatuur en technologieprocessen, die essentieel zijn voor de verdere modernisering van zijn samenleving en leger.

Erger nog, zijn eigen # 1 foundry, dwz SMIC, die qua processontwikkeling enkele generaties op TSMC achterligt, staat op het punt om op de Amerikaanse zwarte lijst te worden geplaatst vanwege vermeende banden met het Chinese leger, wat betekent dat alle leveringen van halfgeleiderapparatuur door Amerikaanse leveranciers kunnen worden afgesneden. Hoe gaat Xi ooit zijn doel bereiken om rond 2025 zelfredzaam te zijn en een wereldleidende halfgeleiderindustrie op poten te hebben als andere westerse chipbedrijven en equipment leveranciers gedwongen zouden worden ook China de rug toe te keren?

Xi’s high-tech ambities staan zwaar onder druk: zelfs China’s toonaangevende bedrijf Huawei zal enorme moeilijkheden ondervinden bij de ontwikkeling van toekomstige 5 & 6G-netwerksystemen nadat TSMC en de Amerikaanse leveranciers de levering van hun onmisbare chips hebben stopgezet in overeenstemming met de laatste Amerikaanse exportbeperkingen die dit jaar door de Trump regering zijn afgekondigd.

Taiwanese know-how

De CCP heeft geprobeerd de doelen van Xi te verwezenlijken door Taiwanese ingenieurs aan te trekken om op het Chinese vasteland te komen werken voor Chinese hightechbedrijven met de intentie via hun expertise China’s eigen fabrieken en industrie op een hoger niveau te tillen. Gelokt door aantrekkelijke salarissen zijn de afgelopen tien jaar duizenden Taiwanese ingenieurs naar China verhuisd. Om de Chinese markt beter te kunnen bedienen, kwamen TSMC en UMC ook overeen om joint-ventures op te zetten in China en hun technologische processen over te brengen naar het vasteland, hoewel de Taiwanese regering ervoor zorgde dat de meest geavanceerde technologie nooit zou kunnen worden geëxporteerd.

Een andere benadering van de CCP was om Taiwanese top executives in dienst te nemen ter ondersteuning van de opbouw van de eigen halfgeleiderindustrie. Twee recente, opmerkelijke voorbeelden: Dr. Sun, ex-CEO van UMC, die zich aansloot bij het Chinese staatsbedrijf Tsinghua Unigroup, de drijvende kracht achter de moderniseringsplannen van China voor de halfgeleiderindustrie, en die onlangs werd benoemd tot president en CEO van de fabriek van Wuhan Xinxin Semiconductor Manufacturing (XMC). De andere: Chiang Shang-Yi, voormalig COO van TSMC en lange tijd rechterhand van TSMC-oprichter, CEO en Chairman Morris Chang, die in 2016 SMIC-bestuurslid werd en in 2019 werd aangesteld als CEO van Wuhan Hongxin Semiconductor Manufacturing Company (HSMC).

Taiwanese leidinggevenden

Deze carrierekeuzes van dergelijke Taiwanese leidinggevenden waren opmerkelijk in het licht van Xi’s machtsusurpatie en zijn doel om China de dominante hightech kracht te maken en gezien zijn uiterst agressieve houding ten opzichte van Taiwan, inclusief dreigementen het eiland met geweld in te nemen als de Taiwanese bevolking niet zou instemmen met “een vreedzame hereniging”. Xi heeft zichzelf aan zijn binnenlandse publiek gepresenteerd als de ultieme beschermer van China’s nationale belangen en de man die China en zijn leger weer groot zal maken, die de Chinese droom zal realiseren: de ‘wedergeboorte van het Groot-China’, dat de wereld zal domineren.. zie ook https://www.mijngroeve.nl/nl/geschiedenis/van-kemenade-china-b-v/ en https://www.mijngroeve.nl/nl/geschiedenis/de-uiteenspatting-van-de-china-droom/

Wat was/is de motivatie van dit soort Taiwanese execs om Xi te helpen bij het verwezenlijken van zijn droom? Gaat het louter om het geld of om een sterke overtuiging een waardevolle bijdrage te leveren aan de regionale stabiliteit door mee te werken aan de ontwikkeling van China? Of is het een impliciete politieke verklaring ten gunste van een (vreedzame?) hereniging van Taiwan met het communistische China? Of een diepgewortelde wens om China in zijn oude glorie te herstellen en het ‘zijn rechtmatige plaats’ in de geschiedenis terug te geven?

Deze leidinggevenden werden nooit ondervraagd over hun diepere beweegredenen: hun loopbaankeuzes veroorzaakten niet veel discussie in de Taiwanese samenleving, tot voor kort althans. Xi’s eenzijdige omverwerping van ‘de één land twee systemen’-benadering voor Hong Kong en de escalerende geopolitieke technologieoorlog tussen de VS en China hebben een ernstige impact op Taiwan en maken het voor Taiwanese leidinggevenden veel precairder om in de toekomst naar Chinese concurrenten op het vasteland over te stappen.

Als de EU de betrekkingen en de multilaterale samenwerking met de VS onder Biden zou herstellen, zou er een meer verenigd westers front kunnen ontstaan dat de VRC’s toegang tot westerse technologie verder zou kunnen inperken, waardoor Xi’s high-tech dromen steeds meer een illusie zouden kunnen worden. Zou het laatste nieuws over XMC, – wiens fab-plannen volgens de geruchten al in rook zijn opgegaan waarna de Taiwanese CEO Shang Yi zijn toevlucht heeft gezocht in de VS (!) – een voorbode zijn van wat de Chinese halfgeleiderindustrie het komende jaar te wachten staat? De Tsinghua-groep verkeert naar verluidt ook in ernstige financiële problemen…

TSMC & UMC

TSMC en UMC zijn de veranderende geopolitieke omstandigheden niet ontgaan. Zoals gezegd heeft TSMC zijn leveranties van geavanceerde chips aan Hi-Silicon / Huawei volledig stopgezet. Vervolgens heeft het zich gecommitteerd aan het bouwen en exploiteren van een geavanceerde halfgeleiderfabriek (5nm-proces) in Arizona nadat Trump en het Amerikaanse Congres zich grote zorgen maakten over de Amerikaanse afhankelijkheid van TSMC-fabrieken in Taiwan, gelegen in het zeer instabiele Zuid-Chinese Zee gebied. De foundry heeft ook besloten uitgebreide beveiligingsprotocollen in te voeren in zijn fabrieken in China, als reactie op de groeiende bezorgdheid van de Amerikaanse en Taiwanese regering over Chinese spionage. Hoewel TSMC momenteel niet van plan is zijn activiteiten in China stop te zetten, is het zich tegelijkertijd zeer bewust van het grote belang van het beschermen van zijn reputatie als volledig betrouwbare leverancier in Amerikaanse kringen.

UMC heeft onlangs een regeling getroffen aangaande een bedrijfsspionagezaak die was aangespannen door het Amerikaanse ministerie van Justitie (DOJ) door in te stemmen met het betalen van een boete van $ 60 miljoen (!). Zoals eerder beschreven in mijngroeve.nl, was de DOJ deze zaak in 2018 tegen UMC en de Chinese geheugenfabrikant Fujian Jinhua Integrated Circuit Co Ltd (JHICC) begonnen, waarbij UMC werd beschuldigd van het assisteren van JHICC in een poging om illegaal geheugen (DRAM) technologie van chipmaker Micron Technology Inc. uit de VS te bemachtigen.

Ongetwijfeld hebben de Amerikaanse en Taiwanese autoriteiten achter de schermen intensief gecommuniceerd over hoe om te gaan met deze gevoelige kwestie. De Taiwanese regering wil zeker niet dat haar industriële reuzen in de VS worden gezien of afgebeeld als doorgeefluiken voor spionage en diefstal van intellectuele eigendom ten gunste van het Chinese vasteland. Evenmin wil ze dat deze bedrijfsreuzen en andere Taiwanese high-tech spelers omvallen onder druk van Amerikaanse rechtszaken en boetes.

Rechtszaken

Taiwanese officieren van justitie besloten om hun eigen onderzoek naar de vermeende industriële spionage te starten en beschuldigden UMC en drie UMC-medewerkers wegens schending van de Taiwanese Trade Secrets Act voor het delen van de informatie met JHICC. Na twee jaar aan hoorzittingen werden deze werknemers veroordeeld tot meerdere jaren gevangenisstraf, terwijl UMC een boete van ~ $4 miljoen kreeg opgelegd van de Taiwanese rechtbank in juni 2020. Een aanverwante zaak van Micron loopt nog steeds in de Amerikaanse rechtbank en zal waarschijnlijk resulteren in een nog veel hogere boete voor UMC … Ironisch genoeg is de JV in China nooit in produktie gegaan, terwijl de voorbereidingen en boetes reeds miljoenen hebben gekost…

Deze rechtszaken en gerelateerde ontwikkelingen dienen als een sterke waarschuwing voor Taiwanese semiconductor executives die peinzen over een carrièreswitch naar het vasteland van China of wier bedrijven actief zijn op de Chinese hightechmarkt. Aangezien de geopolitieke technologieoorlog tussen de VS en China hoogstwaarschijnlijk zal voortduren onder Biden, kunnen ze maar beter twee keer nadenken over hun (persoonlijke / zakelijke) activiteiten en investeringen in of met China. Onethisch gedrag kan uiteindelijk leiden tot rechtszaken in de VS en Taiwan en zelfs tot langdurige gevangenisstraffen.

De grote onbekende factor is wat Biden’s beleid ten opzichte van het eiland Taiwan zal worden. De aanhoudende geopolitieke technologieoorlog raakt aan de vraag omtrent de gerechtvaardigheid van het One China-beleid en de voordelen van het behouden van de ambivalentie rond de internationale status van Taiwan. Doordat de wereld geleidelijk in twee technologische sferen aan het uiteenvallen is en Taiwan steeds meer in de schijnwerpers zal komen te staan, zullen de keuzes en het gedrag van Taiwanese hightech executives en bedrijven (en van die in het Westen in het algemeen) meer Amerikaanse en internationale (media) aandacht krijgen.

Een te hechte relatie met China zou ertoe kunnen leiden dat leden van het Amerikaanse Congres de wijsheid en voordelen van het bieden van militaire garanties aan Taiwan in twijfel gaan trekken, gezien de sterke banden tussen technologie, economie en veiligheid. Tegelijkertijd zou het vragen of eisen van het democratische Taiwan om de kant van de VS te kiezen in de escalerende geopolitieke technologieoorlog zonder daarbij openlijke steun te bieden aan de roep van het eiland om meer internationale zichtbaarheid, ertoe kunnen leiden dat de Taiwanese bevolking de toezeggingen van Amerika en het Westen om de democratie in Azië hoog te houden, sterk zullen betwijfelen.

One-China Policy van het Westen

Xi’s unilaterale omverwerping van het ‘één land twee systemen’-principe in Hongkong ondermijnt al ernstig de gerechtvaardigheid van de één-China-benadering die het Westen sinds de jaren ’70 heeft gevolgd. Alle leden van het Amerikaanse Congres hebben hun grote zorgen geuit over het beleid van Beijing in Hongkong en de uitbreiding van de invloed van de PRC. In de ogen van de VRC’s grote roerganger is het principe blijkbaar slechts gelijk aan één land, één systeem = de VRC = CCP = Xi.

Als Xi zich niet aan de afspraken houdt, waarom zou het Westen dat dan wel moeten doen? Met Biden aan het roer in 2021 heeft de EU haar sterke wens uitgesproken om de transatlantische banden te herstellen en sterkere allianties aan te gaan met democratische landen in de Azië-Pacific regio om China’s invloed tegen te gaan of te beheersen. Hoe zal dit uitpakken voor de Amerikaanse en Europese benadering tegenover Taiwan, een belangrijke pion in de geopolitieke technologieoorlog?

Een week geleden bracht het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken een rapport uit met de titel ‘een gids voor de versterking van de Nederlandse en EU-samenwerking met partners in Azië’, waarin staat: “Nederland is gebaat bij nauwere samenwerking – zowel bilateraal als binnen de EU – met de landen in de regio, met name met gelijkgestemde democratieën en open markteconomieën, die net als Nederland zich inzetten voor effectief multilateralisme en belang hebben bij een goed functionerende internationale rechtsorde.”

Het rapport van Buza

Het rapport beschrijft manieren om tegenwicht te bieden aan de groeiende invloed van China in de regio en geeft uiting aan de bezorgdheid over de agressie van China in de Zuid-Chinese Zee: “In die context moet de EU zich vaker en sterker uitspreken over ontwikkelingen in de Zuid-Chinese Zee die in conflict zijn met de conventies van de Verenigde Naties inzake vrije doorvaart (UNCLOS). De EU zou als onafhankelijke waarnemer of adviseur kunnen deelnemen aan de onderhandelingen tussen China en de ASEAN over een gedragscode voor de Zuid-Chinese Zee. De EU kan ook een ondersteunende rol spelen rol bij de implementatie van de gedragscode.”

Allemaal heel nobele aspiraties natuurlijk. Maar het is veelzeggend dat het rapport geen melding maakt van de (herenigings) kwestie China-Taiwan, noch noemt het Taiwan zelf als een belangrijke democratie in Azië, aangezien het Nederlandse kabinet zich strikt aan het één-China-beleid wenst te houden. Maar met het niet noemen van Taiwan, verdwijnt de kwestie Taiwan niet. De militaire opbouw van China in de Zuid-Chinese zee is ondermeer bedoeld om Taiwan te intimideren en de reactie en veerkracht van het Westen te toetsen. Taiwan zou de ultieme test kunnen worden voor Washington, Den Haag en Brussel in hun beloftes om de democratie in Azië sterker te ondersteunen. Hoewel Blok en Biden er waarschijnlijk de voorkeur aan geven de strategische ambivalentie omtrent de internationale status van Taiwan voort te laten bestaan, kan de effectiviteit van deze aanpak worden betwist als Xi zijn agressieve houding ten opzichte van het eiland niet afzwakt.

De DPP

De VS en de EU zullen voorlopig hun steun blijven betuigen aan een vreedzame oplossing door middel van een dialoog tussen Beijing en Taipei en aandringen op geen eenzijdige veranderingen in de status quo, en geen provocaties van beide kanten … Toch kan het Westen niet langer negeren dat de democratische samenleving van Taiwan er steeds meer op uit is haar eigen koers uit te stippelen, waarbij een groter aantal burgers kritisch staat tegenover het communistische China en zichzelf identificeert als Taiwanees in plaats van Chinees. Deze tendens is doorgesijpeld naar de Taiwanese politiek, geillustreerd door de herverkiezing van president Tsai Ing-wen van de DPP, de pro-onafhankelijkheidsgroep, eerder dit jaar en het feit dat haar partij erin slaagde de meerderheid in het parlement te behouden. Hoewel de DPP niet openlijk en actief onafhankelijkheid of Taiwanese soevereiniteit propageert, heeft voor de partij en haar aanhangers het “één land, twee systemen” -beleid, dat door de VRC nog steeds wordt gehanteerd als oplossing voor de soevereiniteitskwestie van Taiwan, volledig afgedaan. Het DPP streeft uiteindelijk naar een aparte identiteit voor het eiland.

De DPP wil nauwere relaties met het Westen aangaan en de internationale zichtbaarheid van Taiwan vergroten. Zal het Westen dat beantwoorden door hechtere banden met het eiland aan te knopen als steunbetuiging aan zijn prestaties en democratie? Het zou de komende jaren een van de grootste uitdagingen kunnen worden voor president Biden en de EU, vooral als Xi’s frustraties over zijn falende hightechbeleid en het groeiende internationale isolement zouden overkoken.

VRC positie aangaande Taiwan

In het communistische China is de status van Taiwan als vermeend ‘onvervreemdbaar deel van een historisch China’ en als een aanhoudend symbool van China’s historische slachtofferschap een onbetwistbaar geloofsartikel en een vanzelfsprekende waarheid die diep resoneert met een overweldigend aantal Chinese burgers, waaronder overzeese expats. Ik heb geen Chinese vastelander ontmoet die anders denkt of durft te zeggen, omdat het als onpatriottisch zou kunnen worden bestempeld, de grootste misdaad die in het ‘China First tijdperk’ onder Xi kan worden gepleegd. De meedogenloze propagandamachine van de CCP heeft de afgelopen 70 jaar haar werk gedaan.

Taiwan zal de ware test worden voor Xi’s herhaaldelijke beweringen over ‘een gedeelde menselijke bestemming’ en biedt hem de beste kans om te laten zien dat hij bereid is echt deel uit te maken van een wereldorde die is gebaseerd op internationaal recht en vreedzaam samenleven, hoewel hij voor het proefexamen, dwz de kwestie Hong Kong, al dramatisch is gezakt. Een gewelddadige bezetting door de CCP van Taiwan kan daarom nooit worden uitgesloten, hoe onvoorstelbaar, riskant of bloederig zo’n communistische aanval ook moge klinken.

Een hereniging met Taiwan zou het sluitstuk vormen in de pogingen van China om de erfenis van de ‘eeuw van vernedering’ te boven te komen, de donkere periode van kolonisatie door buitenlandse mogendheden waaraan de propaganda van de CCP haar bevolking is blijven herinneren. Een dergelijke hereniging zou Xi het extra voordeel geven van toegang tot s’werelds meest geavanceerde halfgeleidertechnologie. Maar een vreedzame hereniging is op korte termijn onwaarschijnlijk vanwege de zeer uiteenlopende politieke trends aan beide zijden van de Straat van Taiwan.

De strijd om Taiwan

Zoals geschreven door Michael Schuman in The Atlantic; “Als Beijing het eiland durft aan te vallen, kan wat er daarna gebeurt bepalen of China of de VS oppermachtig zijn in de Stille Oceaan. Als Washington niet achter Taiwan staat, zou het westerse alliantiesysteem in de regio mogelijk ontrafeld worden en de Amerikaanse macht ter ziele gaan. De strijd om Taiwan is misschien een relikwie uit de Koude Oorlog, maar het zal de toekomst bepalen.” (refereer https://www.theatlantic.com/international/archive/2020/10/taiwan-us-china-donald-trump/616657/)

Alvorens naar de EU en Washington te gaan, doet de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken er verstandig aan om zijn rapport over de richtlijnen voor de versterking van de Nederlandse en EU-samenwerking met democratische partners in Azië te herbestuderen en enkele paragrafen voor te bereiden dan wel toe te voegen over de relatie met Taiwan en hoe om te gaan met de (soevereiniteits)kwestie China – Taiwan, rekening houdend met alle mogelijke scenario’s onder despoot Xi. De passiviteit van Nederland en de EU nadat Xi de Chinees-Britse gezamenlijke verklaring over Hong Kong uit 1997 volledig aan zijn laars lapte zou een krachtige waarschuwing en lesson learned dienen te zijn.

Waar de vraag wie het ware China vertegenwoordigt nooit volledig is beantwoord, zou het antwoord op de vraag wie een democratische natie vertegenwoordigt, zelfs voor Blok niet zo moeilijk moeten zijn om uit te vogelen. De Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken en zijn Europese collega’s moeten snel een manier bedenken om een veel voorzichtigere benadering van economische betrokkenheid met de niet-democratische VRC te definiëren, en tegelijkertijd de banden met democratische landen – waaronder Taiwan – rond de Volksrepubliek uit te breiden.