Het is evident dat de wereld plaats zal moeten inruimen voor de communistische grootmacht China, dat de laatste drie decennia een steeds grotere politieke en economische rol is gaan spelen op het wereldtoneel. Die wereld worstelt met de vraag hoe de nieuwe supermacht in de bestaande internationale orde te integreren. En met wat voor een China, wat voor een land en systeem, hebben we eigenlijk te maken? En wil de VRC überhaupt wel integreren in die bestaande orde?
30 Oktober 2020_ Die vragen deden me teruggrijpen naar het in 1996 voor het eerst gepubliceerde boek van de hand van NRC journalist Willem Van Kemenade ‘China BV: China-Hong Kong-Taiwan: Superstaat op zoek naar een nieuw systeem’. In 1990 was ik toevallig al op de hoogte gebracht van Van Kemenade’s plannen voor een boek. Tijdens mijn studie in Beijing (zie https://www.mijngroeve.nl/nl/geschiedenis/de-velvet-underground-in-china-en-noord-korea-2) in 1990-1991 was ik via de Nederlandse ambassade in contact gekomen met de journalist, die mij terstond een bijbaantje als desk-researcher aanbood. Een aanbod dat ik natuurlijk gretig aannam, daar het mij een prachtige kans gaf om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen in China, dat net een zeer turbelent jaar achter de rug had.
Beijing in 1990
De studentendemonstraties waren immers in 1989 met veel geweld onderdrukt, en de wereld hield zijn adem in wat er daarna zou gebeuren. In 1990 heerstte er in Beijing een verstikkend klimaat, met een overvloed aan (geheime) politie op straat en op de campussen en met een onophoudelijke diarrhee aan communistische propaganda als onderdeel van een heropvoedingscampagne. Een murw gebeukte bevolking leefde in constante angst voor nog meer overheidsrepresailles.
De in jaren ’80 ingezette economische hervormingen waren abrupt tot stilstand gekomen. Terwijl de CCP verwikkeld was in een machtsstrijd ging de bevolking gebukt onder zware politieke repressie. De Chinese communistische Partij vreesde voor een domino-effect van de gebeurtenissen in het Oostblok en stelde alles in werking om een soortgelijk scenario in China te voorkomen. Praten over 4 juni 1989 was uiterst taboe.
Mr. China
Het kantoortje van Van Kemenade was in die tijd net als alle andere kantoren van buitenlandse journalisten gehuisvest in een flatgebouw in de wijk Sanlitun in het Chaoyang district: diplomaten en andere buitenlandse overheidsfunctionarissen waren allen woonachtig in dit kwartier. Voor de ommuurde flat stond ten alle tijden een Chinese wacht geposteerd, meen ik me nog te kunnen herinneren.
Willem kon zich met recht de Mr. China van de Nederlandse journalistiek noemen. Als afgestuurd historicus en sinoloog belandde hij in 1975 in het Verre Oosten om vervolgens in 1977 aangesteld te worden als vaste correspondent van de NRC, eerst vanuit Taipei op Taiwan, maar vanaf 1979 in Beijing, op het Chinese vasteland. Toen premier Van Agt in het najaar van 1980 als een van de eerste Westerse leiders naar China afreisde fungeerde Van Kemenade als tussenpersoon in de voorbereidingen en nasleep van het bezoek. Nederland was er als de kippen bij toen communistisch China voor het eerst zijn deuren opende voor het Westen, daarmee bij de gastheren de indruk wekkend dat ons kikkerlandje stond te popelen om hartelijke (economische) banden met de VRC aan te knopen.
Maar binnen een maand na het bezoek kreeg Van Agt hooglopende ruzie met de Chinezen, omdat het kabinet de verkoop van minimaal twee duikboten aan Taiwan had goedgekeurd. Met die goedkeuring gooide Nederland meteen zijn eigen glazen in wat betreft de vooruitzichten voor hechte diplomatieke- en handelsrelaties met China. De betrekkingen kwamen jarenlang op een laag pitje te staan. Ook van Kemenade betaalde een prijs voor deze zgn ‘duikbotenaffaire’: hij werd China uitgezet, officieel vanwege vermeende contacten met politieke dissidenten, maar meer aannemelijk vanwege het feit dat de journalist willens en wetens had meegewerkt – althans in de Chinese optiek – aan het piepelen van Beijing door Den-Haag…
Het kantoor
Pas rond 1989 keerde de journalist terug naar Beijing, met instemming van de Chinese overheid, na jarenlang te hebben geopereerd vanuit Hong Kong. In zijn kantoor in de Chinese hoofdstad had Willem ondermeer de beschikking over een ouderwetse telefoon, een tweetal computers, een telex en fax-machine alsmede over Westerse gedrukte bronnen, inclusief bijna dagelijks beschikbare Engelse vertalingen (via de BBC World Service o.i.d.) van artikelen of items uit lokale Chinese media/radio. Vanwege zijn gedegen kennis van de Chinese taal kon hij trouwens zelf ook de berichten van de Chinese staatsmedia nauwgezet volgen.
Daarnaast onderhield hij contacten met officiële Chinese regeringskanalen via o.a. een Chinese vriend die de Nederlandse taal machtig was. Zijn naam was Shi Huiye, als ik me niet vergis een lid van de vooraanstaande Chinese Academie van Sociale Wetenschappen, een denktank van de CCP. Deze Shi zou later opklimmen tot vice-directeur-generaal van het Internationale Departement van de CCP, een verlengstuk van het Centraal Comité van de Partij, belast met het verzamelen van inlichtingen over dan wel het beïnvloeden van buitenlandse politieke partijen, denktanks en academici.
Ik weet niet in hoeverre deze Shi zijn vriendschap wilde gebruiken om een oogje in het zeil te houden op de werkzaamheden van Van Kemenade dan wel om de teneur van diens artikelen mede te bepalen. Willem leek er in ieder geval de man niet naar om zich voor welk (Chinees) karretje dan ook te laten spannen. Daarenboven was hij zich terdege bewust van het gevaar en de waarschijnlijkheid afgeluisterd en gevolgd te worden bij al zijn activiteiten en reizen in de VRC, een totalitaire staat zonder vrije pers, geregeerd door een bewind ontvankelijk voor paranoia. Dit alles belette Willem niet kritisch over de Chinese overheid te schrijven, met inachtneming van het grote belang van de bescherming van al zijn bronnen.
Het boek
Mijn desk-research moest ondermeer ten goede komen aan het boek dat Willem in 1990 slechts vaag voor ogen stond. Onder invloed van de val van de Soviet Unie en de teloorgang van het communisme in Oost-Europa dacht hij aanvankelijk zich te moeten gaan richten op de vraag of het Chinese communisme de volgende eeuw wel zou halen. Een uitgewerkte opzet voor het boek had ie nog niet. Ik moest voornamelijk data archiveren m.b.t. binnenlandse, economische ontwikkelingen in de verschillende provincies van China. Daarnaast diende ik opvallende, lopende nieuwsfeiten bij te houden die konden duiden op het verval dan wel een machtsversterking van de CCP.
Van Kemenade vond in 1990-1991 te weinig tijd om daadwerkelijk aan zijn boek te kunnen beginnen: hij publiceerde veelvuldig in het NRC en reisde regelmatig door het land om een indruk te krijgen van plaatselijke economische en sociale ontwikkelingen. Voor dat soort reizen moest hij overigens toestemming vragen bij de Chinese overheid. Zijn artikelen hadden een vrij hoog academisch gehalte, waarbij hij zowel positieve als negatieve trends in de Volksrepubliek poogde te belichten. Hij schreef veel over het binnen-en buitenlands beleid van de CCP en de groeiende geopolitieke betekenis van China in de wereld.
S’middags lokale Chinese tijd hing hij vaak aan de telefoon met de dienstdoende NRC redacteur in Nederland om zijn te plaatsen artikel door te nemen. Van Kemenade was overduidelijk in de driver’s seat: niet de redactie, maar hijzelf bepaalde wat en waarover ie ging schrijven, hooguit werden hem wat suggesties gedaan om de tekst in te korten. Een ander bijna dagelijks ritueel was het gebakkelei over de telefoon met zijn Taiwanese vrouw Phoenix, die hem fijntjes herinnerde aan de nodige huishoudelijke klusjes die nog door hem gedaan of geregeld moesten worden. Zodra ie had opgehangen moest ie tegenover mij altijd hartelijk grinneken om dit potje bekvechten in het Chinees.
Persoonlijkheid
Van Kemenade was een geboren verhalenverteller en een begenadigd schrijver. In gezelschap had ie dikwijls het hoogste woord. Willem had een vrij dominante persoonlijkheid en stak in zijn persoonlijke contacten zijn mening niet onder stoelen of banken. Dat viel niet bij een ieder in (de Nederlandse gemeenschap in Beijing) in goede aarde. Hij kon ook pisnijdig worden als dingen niet conform zijn wensen verliepen: zijn ogen spuwden dan vuur over het op de puntje van zijn neus geposteerde brilletje. Naar anderen luisteren was niet altijd zijn sterkste punt en hij kon soms moeilijk kritiek incasseren.
Hoewel het boek vooralsnog niet uit zijn vingers kwam, bleef Willem er regelmatig over mijmeren. Ik kon me daarbij niet aan de indruk onttrekken dat hij dacht dat het hem ook zou kunnen helpen om meer aanzien te verwerven binnen de academische wereld voor zijn niet geringe kennis over China. Kranten waren toch voornamelijk wegwerp items met een beperkt bereik. Voor de Nederlandse krantenlezer was China in de jaren 80-’90 bovendien nog een dikwijls met louter mythes en clichés omgeven Verwegistan, niet iedereen wilde de moeite nemen om wat meer diepgravende analyses tot zich te nemen.
Van Wolferen
De aandacht van de media richtte zich vooral op Amerika, Rusland en Oost-Europa, en de economische opmars van Japan. Van Kemenade kreeg het vermoedelijk Spaans benauwd bij de gedachte dat de rest van zijn journalistieke loopbaan zich in vrij grote anonimiteit zou kunnen gaan voltrekken. Zijn levenslange aanstelling door het NRC op de plek van zijn eigen keuze begon waarschijnlijk als een beklemming te voelen, meer als een vloek dan een zegen.
Willem zag zichzelf met zijn artikelen een beetje als een roepende in de woestijn, als iemand die te weinig serieus werd genomen. De internationale lof die zijn NRC collega Karel van Wolferen ten deel kwam te vallen met zijn bestseller ‘The Enigma of Power’ (1989) , een boek dat de politieke, economische en sociale structuren van Japan trachtte te beschrijven ter verklaring van het enorme Japanse zakelijke succes, zal Van Kemenade evenmin zijn ontgaan.
Eind 1991 verliet ik China en vertrok naar Japan, Willem uit het oog verliezend. In de zomer van 1994 trof ik hem op terugreis vanuit de Chinese grensstreek met Noord-Korea weer aan op zijn aloude kantoorplek in Beijing. De dag (8 juli 1994) dat ik zijn kantoor binnenstapte voor een begroeting, werd bekend dat Kim Il Sung, de almachtige leider van Noord-Korea, zijn laatste adem had uitgeblazen. Mt. Paektu, het vulkaangebergte op de grens tussen China en Noord-Korea, de vreedzame plek die ik een paar dagen tevoren nog had bezocht, zou inmiddels in vuur en vlam staan onder het geraas van een donderend onweer en onophoudelijk bevende bergwanden: niet alleen de Noord-Koreaanse bevolking maar ook de natuur was ontredderd en in diepe rouw, als we de Noord-Koreaanse propaganda tenminste mochten geloven.
zie ook https://www.mijngroeve.nl/nl/geschiedenis/grensgevallen-de-berg-paektu-dansen-op-een-vulkaan/
Groot China
Reden genoeg voor een geanimeerd gesprek met Willem over mijn reis en zijn visie op de relatie tussen China en Noord-Korea. Natuurlijk kwam ook weer zijn boek ter sprake: ditmaal leek ie er zowaar echt werk van te gaan maken. Hij wilde zich focussen op de ontwikkeling van het zgn ‘Greater China’ en de eventuele integratie van de drie gerelateerde gebieden/systemen, dwz het Chinese vasteland met zijn “socialisme met Chinese karakteristieken”, de eilandstaat Taiwan met zijn piepjonge democratie en Hong Kong, met zijn nieuw te verwerven status als Speciale Administratieve regio van China (onder de ‘eén land, twee systemen benadering’ van Deng Xiaoping) na de op komst zijnde Britse overdracht in 1997. Kortom, wat voor een Groot China was aan het ontstaan met wat voor soort systeemkenmerken? En hoe zou dit Groot China zich internationaal gaan presenteren?
In 1994 was Van Kemenade ervan overtuigd geraakt dat het veel minder aannemelijk was geworden dat het Chinees communisme spoedig ter ziele zou gaan. Vanaf 1992 had de CCP zich met nieuw elan aan economische hervormingen gewaagd, waar met name de kuststreken de zichtbare vruchten van plukten. Ook sprong de toenemende economische vervlechting van Taiwan met China in het oog, de investeringen vanuit de eilandstaat gaven de ontwikkeling van het Chinese vasteland een nieuwe impuls. Voeg daaraan toe de in het verschiet liggende overdracht van de Britse kroonkolonie Hong Kong, en de geboorte van een omvangrijk Chinees economisch blok, ‘Greater China’, een term die erg in zwang raakte in de jaren ’90, leek een feit. Met deze China B.V. zou de rest van de wereld serieus rekening moeten gaan houden, zoals overduidelijk bleek uit Willem’s boek.
Nieuwe loopbaan
Het zou tenslotte toch nog tot 1996 duren voordat het werd voltooid en gepubliceerd. Hartklachten gooiden voor Van Kemenade bijna roet in het eten. China BV werd vertaald in het Engels (‘China Inc.’) en werd voor hem de opmaat naar de vurig gewenste nieuwe loopbaan. Waarschijnlijk kwam die switch precies op tijd: het valt te betwijfelen of Van Kemenade had kunnen leven met de opkomende tendens waarin krantenredacties steeds meer gingen bepalen waarover een overzeese journalist diende te schrijven, inclusief allerlei lifestyle-achtige onderwerpen waarmee naar verwachting de Nederlandse lezer zich meer zou kunnen identificeren.
Ofschoon zijn publicatie minder stof deed opwaaien dan Van Wolferen’s ‘The Enigma of Power’, genereerde het genoeg internationale aandacht voor hem om de waan van de dagbladjournalistiek achter zich te kunnen laten. Van Kemenade werd gevraagd voor internationale lezingen en workshops over China en verwierf een gastprofessoraat aan een Chinees-Europese Business School in Shanghai. Hij werd tevens regelmatig uitgenodigd om stukken over China te schrijven voor gerenommeerde Amerikaanse en Britse academische publicaties. Voorts was hij van 2002 tot 2010 als Senior Visiting Fellow verbonden aan het instituut Clingendael, waar hij o.a. les gaf over de Chinese buitenlandse politiek aan toekomstige Nederlandse diplomaten.
In die hoedanigheid kwam ik hem ergens rond 2010 weer tegen bij een door een bank gesponsorde workshop in Amsterdam over de implicaties van de opkomst van China voor Europa en het Nederlandse bedrijfsleven. Nog even enthousiast vertellend over zijn passie, China, vooral na afloop onder het genot van een hapje en een drankje. Daarbij niet onder stoelen of banken stekend dat (zijn kennis over) het land hem uiteindelijk geen windeieren had gelegd. Van Kemenade’s eigen China B.V. floreerde.
Privéleven
We wisselden adressen en telefoonnummers uit met een vage toezegging om elkaar nog eens te ontmoeten. Maar het kwam er uiteindelijk nooit van, zoals die dingen zo vaak gaan. Tot zijn vrienden-of kennissenkring behoorde ik niet, ik werd dan ook overvallen door het nieuws in februari 2016 dat hij plotseling op 72-jarige leeftijd was komen te overlijden. Zijn rikketik had hem helaas definitief in de steek gelaten, vermoed ik.
Over zijn privéleven praatte Van Kemenade weinig. Hij was dikwijls op reis, zijn vrouw Phoenix alleen achterlatend in China (of Taiwan). Zijn enige zoon Alexander ging volgens mij in de jaren ’90 naar een van de laatst overgebleven kostscholen in Nederland (Eerde International Boarding School), en leefde derhalve lang ver weg van zijn ouders, naar ik aanneem. Een snelle google search leert dat hij wel in de voetsporen van zijn vader is getreden: de meertalige Alex heeft het inmiddels geschopt tot Director of Consulting, Asia bij de Intelligence Unit (EIU) in Beijing van The Economist, een leidend internationaal wekelijks tijdschrift over hedendaagse politiek, economie en technologie.
De toekomst
In het voorwoord van China BV schreef Van Kemenade in 1996: “Dat het ‘communisme met Chinese karakteristieken’ nog voor de eeuwwisseling zal verzachten is niet waarschijnlijk, maar dat het gedurende het eerste decennium van de volgende eeuw zal gebeuren en wellicht tot een of andere Oostaziatische versie van sociaal-democratie zal evolueren, is de hoop en impliciete boodschap van dit boek.”
Het is een ijdele hoop gebleken. Een sociaal-democratie, zelfs op Oost-Aziatsche leest geschoeid, is nog niet echt in zicht. Dat neemt niet weg dat zijn boek zeer de moeite waard is om ook in 2020 te worden gelezen, het bevat een schat aan informatie over China, Hong Kong en Taiwan, die ook nu nog relevantie heeft. Het schetst verschillend mogelijke scenario’s over China’s toekomst, die ook nu nog actueel of denkbaar zijn.
De economische ontwikkeling van de VRC is onderwijl onverdroten voortgegaan. De Chinese bevolking wekt in 2020 de indruk redelijk tevreden te zijn met de prestaties van het communistische bewind, al zal de legimiteit van de een-partijstaat ook in de toekomst grotendeels afhankelijk zijn van het leveren en garanderen van voortdurende economische groei door de CCP. Een luide roep om grootschalige politieke hervorming lijkt binnen China, en in het bijzonder in de CCP, afwezig.
Met de introductie van de nieuwe veiligheidswet in Hong Kong afgelopen zomer, is bovendien een voortijdig einde gekomen aan het ‘eén land-, twee systemen’ concept, zonder dat het Westen China veel weerstand heeft kunnen of willen bieden. Volgens het Brits-Chinese overdrachtsverdrag uit 1997 zou het concept minimaal tot 2047 in stand worden gehouden. Maar de VRC heeft de ‘vijandige overname’ van Hong Kong al voltooid, om in bedrijfstermen te blijven. De China BV is een flinke stap dichterbij gekomen.
Taiwan
Blijft over Taiwan. Volgens de voor het leven benoemde Grote Roerganger Xi Jinping is de eenwording van China en Taiwan ‘de grote trend van de geschiedenis’ en een belangrijk onderdeel van zijn droom van ‘nationale verjonging ‘, oftewel de heropleving van het Chinese imperium. Hoewel hij heeft opgeroepen tot vreedzame eenwording, heeft Xi tergelijkertijd uitdrukkelijk gewaarschuwd dat China zich de optie voorbehoudt om geweld te gebruiken als Taiwan er niet mee zou instemmen. Hij herhaalde ook nog maar eens dat ‘de Taiwanese kwestie’ een Chinese binnenlandse aangelegenheid is, en dat hij geen ‘buitenlandse inmenging’ zou tolereren.
Xi gaat gemakshalve maar voorbij aan het feit dat Taiwan lang en hard heeft gewerkt aan het opbouwen van een democratisch politiek systeem op het eiland. Een inmiddels forse meerderheid van de Taiwanese bevolking wil dat niet opgeven om deel uit te maken van een repressief en autoritair China. Na de vijandige overname van Hong Kong door de VRC, heeft Xi’s belofte van ‘één land, twee systemen’ voor Taiwan geen enkele waarde en geloofwaardigheid meer. Hoe gaat Xi derhalve zijn droom en belofte waarmaken om Taiwan nog tijdens zijn bewind in te lijven?
‘China Incorporated’ zal meer dan ooit tevoren de internationale gemoederen gaan bezighouden.
en ook https://www.mijngroeve.nl/nl/geschiedenis/vs-china-de-kille-oorlog/
.