Kraker van de week #10_Fineline van Ned Doheny

Patrick Anson (Ned) Doheny wordt geboren in een gespreid bedje in Los Angeles in maart 1948. Zijn overgrootvader Edward Laurence Doheny is in de 19de eeuw de rijkste oliebaron na Rockefeller en een celebrity in LA, zijn thuisbasis. Ned’s ouders leiden een comfortabel bestaan zonder grote financiële zorgen door de rijkdom die overgrootvader het Doheny geslacht heeft nagelaten.

Ned Doheny, “Fineline”, 1973 van zijn debuutalbum “Ned Doheny” op Asylum Records
midden: Doheny, links Mama Cass en rechts David Mason eind-jaren ’60, foto © copy right unknown.
No copyright infringement intended. All rights belong to their respective copyright owners.

Op zijn 4de krijgt Ned een gitaartje van zijn moeder, een onschuldig kadootje met grote gevolgen. Het jonge ventje begint obsessief gitaristen te bestuderen en raakt verslingerd aan blues, soul en R&R. Zijn ouders krijgen hun zoon niet meer van het muzikale pad, ondanks hun zachte aandrang om toch vooral voor een eervolle maatschappelijke loopbaan te kiezen. Integendeel, als ie mid-jaren ’60 een advertentie-tje van ene Jackson Browne ziet die op zoek is naar een gitarist ruikt Ned zijn kans. Doheny denkt aanvankelijk dat ie te maken zal krijgen met een zwarte soul zanger, maar betreurt zijn beslissing allerminst als het tegendeel blijkt. Via Browne belandt Ned tussen de singer songwriters, hippies en vrijdenkers in de Laurel Canyon: hij dompelt zich vol overgave onder in een wereld van muziek, vrouwen en drugs. Ned ontwikkelt zijn eigen zang-en schrijftalenten en speelt o.a. mee in een band met Mama Cas (van de Mama’& Papa’s) en Dave Mason (Jimmy Hendrix Experience).

Ned Doheny, “Lashambeaux” van debuut album “Ned Doheny”, 1973
Ned Doheny, ~1973
foto copy right © unknown.
No copyright infringement intended. All rights belong to their respective copyright owners.

Jackson Browne brengt Ned begin jaren ’70 in contact met zijn vriend David Geffen, die net een platenlabel (Asylum) heeft opgericht speciaal voor Browne aangezien die bij geen enkel ander label een contract heeft weten te bemachtigen. Van Geffen is helaas nauwelijks in Doheny geïnteresseerd en heeft naast Browne louter oog voor één andere veelbelovende band, The Eagles. Toch krijgt Ned de gelegenheid om in 1973 zijn debuutalbum “Ned Doheny” uit te brengen, al moet ie zelf $25,000.- inleggen om de LP te voltooien. Het is een (vergeten) singer songwriter meesterwerk dat nauwelijks door Asylum gepromoot wordt: Ned’s soepele stem is te horen over vrij jazzy arrangementen en luchtig gitaarwerk. Elk nummer is een voltreffer, het gehele album ligt geweldig in het gehoor. Ned’s niet geringe ego botst ondertussen met het nog grotere van Van Geffen. Doheny wil zich niet beperken tot de soft country rock à la Eagles en wil proberen zwarte soul en funk met zijn jazzy grooves te versmelten tot blue-eyed soul in de stijl van Bozz Scaggs of Steely Dan.

Ned Doheny “Get It Up for Love” van Hard Candy, 1976
Ned Doheny’s debuut album, Hollandse persing, 1973

Van Geffen ziet er geen brood in en Doheny geeft hem de middelvinger: Ned zegt zijn contract op en trekt de wijde wereld in. Hij is financieel onafhankelijk en heeft schijt aan platenbazen. Ned belandt onder meer in het Verenigd Koninkrijk waar ie samenwerkt met blanke groovers uit Schotland, the Average White Band. Tussendoor maakt ie nog een solo-album (Hard Candy voor Columbia) bestaande uit laid-back, bitterzoete jazz funk, die noch bij een blank noch bij een zwart publiek aanslaat. Andere artiesten zien wel wat in zijn liedjes en soulvolle benadering: Tata Vega gebruikt zijn nietsverhullende song “Get It Up for Love” voor haar eigen album (Try My Love, 1978) en Chaka Khan, een snel rijzende ster in de disco- en popwereld, covert zijn “What Cha’ Gonna Do For Me” op haar gelijknamige LP uit 1981. Dat album wordt een mega-seller.

Ned Doheny “Sing to me”, van Hard Candy uit 1976
Ned Doheny “To Prove My Love” Album Prone 1979
Ned Doheny & Average White Band, demo “What Cha’ Gonna Do For Me” ~1980

Doheny’s eigen carrière wordt gered door de Japanners. Sinds zijn debuut in 1973 heeft hij tot zijn eigen verbazing een cult-status aldaar. Zijn Don Johnson look scoort goed bij de vrouwtjes en zijn stem en gitaarklanken doen Japanese harten smelten. Zijn derde solo-album (Prone) blijft bij Columbia USA op de planken liggen totdat CBS Japan hem in 1979 durft uit te brengen. Het Japanse succes leidt tot een verzoek aan Ned om een eigen programma op de Japanse radio te presenteren, waardoor hij een trouwe schare Japanse fans weet op te bouwen. Doheny’s volgende platen worden alleen in Japan uitgebracht, maar belanden uiteindelijk in de jaren ’90 weer bij Engelse DJ’s op de draaitafels omdat ze koortsachtig op zoek zijn naar onbekende grooves, songs en vocals voor zgn “Acid Jazz” mixes en releases. Doheny’s loopbaan krijgt plotsklaps een nieuwe impuls in Europa, in het bijzonder in de UK.

Ned Doheny “Never too far to fall”, van het gelijknamige album uit 1993
Ned Doheny “Ghostdancer” van zijn album “Darkness Beyond The Fire” 2010
Ned Doherty “Get It Up for Love” single hoesje, Japanse uitgave

Ned is inmiddels gescheiden van zijn Amerikaanse vrouw en valt tijdens één van zijn vele concerten in het land van de rijzende zon als een blok voor een Japanse schone. Japan wordt na Malibu zijn tweede thuis. Zijn nieuwe Japanse label Polystar verspeelt in diezelfde 90-er jaren het vertrouwen bij Ned als ze plotsklaps zijn demo’s als eindproduct uitbrengt omdat de bobo’s vinden dat Doheny te lang doet over het voltooien van een nieuw album. Ned zegt de platenbusiness vaarwel en keert pas in 2001 terug als de ruzie met de Japanners is bijgelegd. Dan blijft het zo’n 10 jaar stil tot hij in 2010 zijn vooralsnog laatste CD uitbrengt waarin hij trouw blijft aan zijn zonnige, ontspannen stijl van muziek maken. Feel good music. Hij treedt vandaag de dag nog steeds op en maakt ongewijzigd groovy blue-eyed soul van het hoogste kaliber. Misschien niet iedereen’s cup of tea, maar in zijn genre steengoed. Zijn jaren ’70 albums zijn ondertussen gewilde collector items.

Ned Doheny “Funky Love” van zijn album “Darkness Beyond The Fire” 2010