Iedere week wordt er in mijngroeve een verborgen of vergeten vinyl schat opduikeld, die kraakt, schuurt, ontzet, paait, raakt oftewel de kriebels veroorzaakt.
Kraker van week # 13
De Nederlandse popmuziek van de jaren ’70 bestaat dikwijls uit vrij zielloze, stijve recht toe recht aan rock of oervervelende, pretentieuze progrock of nog erger, flauwe flut country. De soul, funk en vrolijke noten komen vooral van onze landgenoten uit onze voormalige koloniën. Zo zijn daar bijvoorbeeld de Happy Boys, de begeleidingsband van de Surinaamse “Lieve Hugo”, de eerste Surinaamse “superster”. Hun “Kronto” is een vergeten klassieker.
Julius Theodorus Hugo Uiterloo aka Hugo of Iki is een wakaman, een man van de straat. In zijn geboorteplaats Paramaribo staat hij in zijn jeugd bekend als een nooit stilzittend vechtersbaasje, altijd betrokken bij kattekwaad en rottigheid. Het podium biedt hem een verlossende uitlaatklep: hier kan hij zijn tomeloze energie en roep om aandacht kwijt. Hugo ontpopt zich als een charismatisch zanger en begenadigd drummer, niet van het podium te slaan. Het drukke, ruziënde ventje Hugo betoont zich een entertainer pur sang, die het publiek -en dan natuurlijk vooral de dames- met zijn opzwepende optredens, dubbelzinnige teksten, brede lach en wiegende heupen onmiddellijk voor zich weet in te nemen: Lieve Hugo is geboren.
Zijn muzikale helden zijn the Mighty Sparrow en Lord Kitchener uit de Caraïben, die hun swingende door calypso gedreven songs met humor doorspekken om het armoedige bestaan voor het volk draaglijker te maken. Met zijn band “Orchestra Washboard” treedt Lieve Hugo avonden achtereen in Paramaribo op voor uitzinnige menigtes. Hij verbindt zijn muziek en performances zelfs met rituelen uit de winti-cultuur en draagt en passant bij aan de vernieuwing van de traditionele Creools-Surinaamse muziek. Lieve Hugo wordt de onbetwiste koning van de Kaseko, Suriname’s eigen dansmuziek.
In 1970 wordt Lieve Hugo met zijn Orchestra Washboard tot zijn eigen verbazing door het Holland Festival in het Concertgebouw te Amsterdam uitgenodigd. Tijdens zijn concert gaat het dak gaat eraf en een intense tournee door Nederland volgt. Hugo’s naam is definitief gevestigd onder alle Surinamers. Maar de energieke zanger keert liever terug naar Suriname dan in het kille Nederland te blijven. Surinamers staan er over het algemeen niet al te goed op bij de Nederlanders en hebben te kampen met vele vooroordelen… Terug in Paramaribo moet hij al spoedig zijn optredens staken door oververmoeidheid. De diagnose van de plaatselijke dokter: maagkanker, behandeling in Nederland is vereist.
Hugo verkast weer naar de Bijlmer en begint op te treden met een nieuwe band, de Happy Boys, een groep van zo’n tien muzikanten geleid door trompettist/producer Stan Lokhin en alt-saxofonist Carlo Brandon. De optredens gaan vaak de hele nacht door. Hugo zingt veelal in het sranantongo, de gesproken taal in Suriname naast het Nederlands. De Surinaamse gemeenschap is trots op zijn held. De zanger vergeet en veronachtzaamt zijn gezondheid, kan de alcohol en tabak niet laten staan en gunt zichzelf te weinig rust. Optreden is immers zijn lust en zijn leven. Stokmager sterft hij op 15 november 1975 op pas 40-jarige leeftijd in het OLV ziekenhuis in Amsterdam, tien dagen voor het uitroepen van de onafhankelijkheid in Suriname. Lieve Hugo zou bij die gelegenheid zijn album “Wang piepel wang nation” ten gehore brengen. In plaats daarvan wordt hij twee dagen voor de onafhankelijkheidsdag in Paramaribo begraven: de doodskist van de koning van de Kaseko bevindt zich in het vliegtuig waarmee minister President Joop den Uyl afreist voor de onafhankelijkheidsviering.
Op youtube kun je nog deze korte docu uit 2008 over Lieve Hugo en de Kaseko zien: https://www.youtube.com/watch?v=J_7k4PvTD6c © No copyright infringement intended. All rights belong to their respective copyright owners
Hugo’s begeleidingsband Happy Boys besluit in Nederland door te gaan: uiteindelijk slagen ze erin om ook een neef van Hugo, Edgar Burgos, als zanger bij de band te halen. Edgar is in 1975 uit ongerustheid over de toekomst van Suriname naar Nederland vertrokken en werkzaam als medisch laborant in het Amsterdamse Wilhelmina gasthuis. De Happy Boys slepen een contract bij Dureco binnen en brengen tussen 1977 – 1980 vier albums uit waarbij Burgos en Blanco een groot deel van de songs en teksten voor hun rekening nemen. Zo ook de meesterlijke versie van “Cokane in My Brain” van de Jamaicaanse zanger Dillinger uit 1976, dat door Burgos en Branco tot een hilarische groover wordt omgetoverd.
De Jamaicaan heeft zich voor zijn nummer gebaseerd op de soulklassieker “Do It Any Way You Wanna” (Gamble/Huff 1975) van The People’s Choice. Bij de Happy Boys wordt het “Na Kronto….Hey man, hoe spel je mie nou Paramaribo”???? Ook al is het merendeel van de tekst voor een niet- Surinamer nauwelijks te begrijpen, dit nummer is een absolute kraker in de Nederlandse popmuziek, al is het alleen maar om de legendarische zin “en als ik val en breek me bal dan ga ik direk naar ’t hospital” !!
De swingende Happy Boys houden het tot 1980 vol met hun mix van kaseko en funk soul, maar de Nederlandse hitparades bereiken ze nooit. Moegestreden geeft de band het op. Edgar Burgos besluit met enkele bandleden door te gaan onder de naam…Trafassi en scoort in 1985 in Nederland een mega-hit met …”wasmasjien”, oorspronkelijk een B-kantje dat nauwelijks representatief is voor het oeuvre van Trafassi tot dan toe. Burgos moet weinig hebben van de militaire dictator Bouterse en maakt voornamelijk sociaal-kritische songs, die hij brengt met een kwinkslag om de Surinamers aldaar een hart onder de riem te steken. Tot 1984 wordt het Trafassi verboden om in Suriname op te treden, dan mogen Burgos c.s. eindelijk naar Paramaribo afreizen, waar hen een heldenonthaal door de bevolking wacht. Burgos bewaart gedurende zijn loopbaan altijd afstand tot het Bouterse regime, zowel politiek als geografisch. Hij verkiest zoals vele Surinamers Amsterdam boven Paramaribo en kan in Nederland bouwen aan een rijke muzikale carrière. Ook vandaag de dag is ie nog als muzikant actief.
Ps 1: Op 25 mei 2014 ontvangt Edgar Burgos uit handen van de locoburgemeester van Amsterdam de Andreaspenning, bedoeld voor mensen die grote prestaties hebben verricht voor de hoofdstad.
Ps 2: Later in 1977 covert ook “Dingetje” (Frank Paardekoper uit Zandvoort) Dillinger’s nummer met de tekst “Ik ga weg Leen” dat wel in de hitparade belandt.
PS 3: het origineel van Dillinger
voor meer info over Surinaamse muziek zie bijv. Marcel Weltak, “Surinaamse muziek in Nederland en Suriname”, Kosmos 1990
‘